Anunnaki, onze Goden – (deel 141) – ...tussen wortels en in holen (12.0)

Dit is een reeks artikelen waarin Evert Jan Poorterman ons meeneemt op een fascinerende ontdekkingsreis.

Over de komst van een ster en vooral zijn bewoners die al sinds 445.000 jaren álles, maar dan ook écht alles op onze planeet bepalen.



De Zon en de bij-Zon (slot 23)

Tussen de wortels en in de holen...

Verder met het verhaal van de Kabouter in het algemeen (in Nederland) en in het bijzonder die op de Veluwe. Dat mooie natuurgebied gebied dat eeuwen terug nog ruig en onbegaanbaar was... en groter dan nu. Geen campings en kazernes, geen snelwegen en uit hun voegen gebarsten dorpen (Apeldoorn was een houthakkerskamp en nu een ‘stad’ met bijna 140.000 inwoners). De Veluwe, doorsneden door de Gelderse Vallei was met de Utrechtse Heuvelrug en ‘t Gooi één groot aaneengesloten woud met heuvels, heiden en zandverstuivingen... met hier en daar hessenwegen en ‘waschplaatsen’ waar de schapen werden gewassen vóór het jaarlijks scheren van de vacht... gescheiden door de IJssel in het oosten en de Rijn/Lek in het zuiden en de Suidersee in het noorden...

en de plassen in het westen (Naardermeer, Ankeveensche-, Kortenhoefsche-, Loenderveensche-, Loosdrechtse- en de Maarsseveensche Plassen) en het riviertje de Vecht. Ook de rest van ons land was ruig en ondoordringbaar, behalve via de waterwegen, de schaarse wegen en paden en de postkoetsroute ’s door delen van het land... de latere Rijksstraatwegen. Twee eeuwen terug trokken de troepen van Napoleon door ons land naar het oosten... en leefden de Bever (1826), de Lynx (1890), de Wolf (laatste geschoten in 1897), de Wilde Kat (1950) en de Otter (laatste doodgereden in 1988) nog volop met daarbij de Edelherten, Zwijnen, Reeën, Vossen en de ‘marterachtigen’ zoals de Marter, de Bunzing, Wezel en Hermelijn en uiteraard tal van...

Utrechtse Heuvelrug en Veluwe één woest gebied


xxx

Donker, grimmig en onherbergzaam...

schaapskudden met hun ‘herders’. Het gehele gebied was donker, grimmig en gevaarlijk, behalve overdag en op de begaanbare paden en wegen. Aan de randen ontstonden dorpjes en stadjes en werden de kastelen en buitenplaatsen gebouwd. Verder ging de natuur haar gang. Mensen waagden zich amper buiten de hoeven, gehuchten en dorpjes, dus was men amper bekend met wat er zich afspeelde in de wouden, heuvels en dalen. Zoals gezegd; geen kazernes, geen vliegveld Deelen en geen campings met de daarbij behorende drukte. De Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug kenden nog de rust en de ongereptheid, noodzakelijk voor de wildgroei van de natuur... hoewel de ‘heren’, de baronnen, de graven en de ‘koninklijken’ dieper de bossen introkken...

voor hun jachtpartijen, kwam er vrijwel geen sterveling diep in de wouden. Ja behalve de aangestelde houtvesters, de houtskoolbranders en een enkele gezochte misdadiger. Natuurlijk kende men de ‘volksverhalen’ over reuzen, dwergen, duivels, heksen, tovenaars en spoken en andere vreemd gespuis. Ik heb een hele zwik boeken waarin ’maren’, ‘sagen’ en ‘legenden’, overleveringen en vertellingen staan en die zich in de lage landen afspelen. En van de Veluwe uiteraard. Ik heb daar geen studie van gemaakt, maar er zijn voldoende verhalen die verwijzen naar ‘vreemde’ gebeurtenissen op de Veluwe. Vorige week was ik blijven steken bij; ‘Ook de Nederlandse Taal wordt eenmalig gemeld als een alfabet (Alpha Bèta... tot en met Omega – a tot en met z) dat de Kabouters...

Alfabetten

zouden kunnen lezen en begrijpen... maar meer algemeen wordt het Ogham-schrift (in de 5e en 6e eeuw gebruikt voor Ierse en Brythonische- of Pictische inscripties op stenen; zerken en grafstenen) genoemd en ook het Atheens alfabet, het Korintisch en het Dalische alfabet en het ‘runeschrift’. Dwergen zijn ook in staat sommige vogelsoorten te verstaan. De trekroute van de Kabouters in Nederland en met name die op de Veluwe loopt van zuid naar noord (en andersom) door Noord-Brabant (twee routes) naar de Zuiderzee (noordrand van de Veluwe) en van daar naar het noorden (Drenthe) en oosten (Twente). De route loopt langs de ‘koninklijke’ houtvesterijen, het Elspeter Bos en de Elspeteer Heide... langs de Hoefweg, de ‘vennen’ en de ‘Mythstee’!...

het Ronde Huis, het Hendriksbos, Zandbos, Nieuw-Soerel en Oud-Soerel, de Doornspijkse Heide, Welna en Tongeren... en een andere route loopt langs het Willemsbos, Hulshorster Zand, Hulshorst, Leuvenhorst... Leuvenumse Bos, de Uilerberg over de Ermelose Heide, door het Speulderbos, het Sprielderbos, Koudhoorn en Klein Veenhuizen... Van Limburg en Noord-Brabant door Gelderland naar Overijssel en Drenthe en dan voornamelijk geconcentreerd rond Nunspeet!... en het plaatsje Mander (Overijssel) en Almelo-Nordhorn. Einddoel van hun trek zou Scandinavië zijn! De bekende Tolkien werkte als professor aan de Universiteit van Oxford. Hij gaf er Engelse ‘taal en letterkunde’ en Angelsaksisch. Hij was bekend met de ‘Snergs’, die...

Snergs of Pukku

iets groter waren (of zijn) dan de eettafel. Ze zijn breed geschouderd en erg sterk. Doet mij een beetje denken aan de Pukku. Dat zijn de oer-zwarte Pieten. Het zijn de helpers van Enki, zijn knechten en de voorlopers van de latere ‘Adamoe’, ofwel de ‘adammen’ die de eerste mensen zijn... uit de bloedlijn van Adam1 en Adam2, de ‘eerste’ mensen, die strikt genomen slechts slaven zijn. Deze Pukku zijn kort en gedrongen, zwart en zwaar (zie een vergelijking met de ijshockey-puck! - klein, zwart en zwaar). De Pukku en de Mukki zijn zogenaamde ‘zwart-elfen’ die dienstbaar zijn aan de Anunnaki (tenminste aan Enki) en er zijn ook nog ‘wit-elfen’ en dat zouden de Hobbits kunnen zijn?! Tolkien woonde bij Oxford en daar ligt een grafheuvel met de naam; ‘Hob Hurst’s House)...


xxx

Dat kan een toespeling zijn op de aanwezigheid van Hobbits. De Snergs kunnen ook verwant zijn aan de Hobbits; die zijn ook breed en sterk. De Pukku zijn meer van de lol en de capriolen. De samentrekking van de namen Pukku en Mukki vinden we terug in het Beierse ‘pumuckl’, dat staat voor ‘aardmannetje’... of misschien wel Kabouter en ‘kobolter’. Van vriend Eldermans en zijn zoektocht naar het fenomeen kabouter, aardmannetje of dwerg stap ik even over op onderzoekers aan de andere kant van de planeet. Onderzoekers Christopher Knight (Vrijmetselaar) en Robert Lomas (Vrijmetselaar) deden onderzoek naar de ‘reuzen’ en stuiten daarbij op de Nefilim. Zij wisten op hun beurt de benaming van het mythische reuzenvolk de Nefilim terug te voeren...

Miermensen

op het Aramees; ‘nephilia’. De betekenis van het woord nephilia is in het Aramees onder andere de benaming voor een sterrenstelsel. Volgens Gary A. David valt uit de New Englisch Bible (Genesis 6:4) de benaming Nefilim te vertalen met; ‘Zij die van Orion zijn’. Orion is een moderne benaming voor het sterrenstelsel, de oude benaming voor dat stelsel is Morui en vindt zijn oorsprong in de oude Indo-Europese Taal (de Indo-Germaanse Taalgroep) en betekent zo veel als ‘mier’. Wie naar het sterrenbeeld Orion kijkt ziet duidelijk een vorm die lijkt op een ‘zandloper’, op een ‘vlinderstrik’ en dankzij het smalle midden op een ‘mier’. De Hopi in Amerika noemen het Orion-sterrenstelsel Hotòmqam, wat ‘er aan rijgen, zoals kralen aan een snoer’ zou betekenen.

Dit zou kunnen verwijzen naar de drie middelste sterren van het Orion-stelsel maar ook naar de bouw van een Mier. Een Mier lijkt met zijn losse kop, borst en achterlijf ook aan een snoer geregen te zijn. Orion was/is voor de Hopi één van de belangrijkste sterrenstelsels. Hun godheid van de dood, de aarde en de onderwereld Masau’u (Maasaw) werd er sterk mee geassocieerd. Masau’u kon, naar verluidt, net als sterrenstelsel Orion in één nacht de hele afstand over de ‘aarde’ (bedoelen ze de planeet Gaia of Terra mee) afleggen (verplaatsen/reizen). Masau’u wordt afgebeeld als een grijs wezen met grote ogen en een groot voorhoofd en lange en dunne ledematen. De naam Masau’u is afgeleidt van het Hopi-woord voor grijs!... ‘Maasi’. Meer de volgende keer...

Orion-sterrenstelsel met de drie ‘koningen’...


xxx

De drie koningen zijn de middelste sterren van Orion


xxx

Evert Jan Kommee(t)man

Delen tekst zijn overgenomen uit de Statenvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem - 1987 (350 jaren Statenvertaling 1637-1987). Ik dank Carolus Verhulst; oprichter van Uitgeverij Mirananda te Wassenaar, voor het uitgeven van Sitchin's boek en voor zijn bijdrage als vertaler van de tekst, mijn ouders, mijn gidsen en onderzoekers en schrijvers als Immanuel Velikovsky, Erich von Däniken, Robert Charroux, Zecharia Sitchin, Alan Alford, Ernst Gideon, Iman Wilkes, de schrijvers danwel samenstellers van het Oera Linda Boek en tal van andere pioniers zoals Jan van Gorp (Iohannes Goropius Becanus, geboren te Hilvarenbeek, 1518-1572), Simon Stevin van Bruggen (Brugge, 1548-1620), Berend Willem Hietbrink (Maastricht 1943-...), Hylke Welling (1933 - ...), Michel de Nostradame (St. Rémy, 1503-1566), Pieter van der Meer en Alex Onbekend en Ansi mijn mentor en taalmeester en anderen die mij inspireerden...

Voor vragen en/of suggesties kun je Evert Jan rechtstreeks mailen op evertjan(apestaart)niburu.co

EVERT JAN POORTERMAN/NIBURU.CO

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl