Anunnaki, onze Goden - (deel 180) - De ‘Vorstelijke Palts van Zutfen’ - deel 12

Dit is een reeks artikelen waarin Evert Jan Poorterman ons meeneemt op een fascinerende ontdekkingsreis.

Over de komst van een ster en vooral zijn bewoners die al sinds 445.000 jaren álles, maar dan ook écht alles op onze planeet bepalen.




De Vorstelijke Palts van Zutfen - deel 12


Kijken maar niet kopen...

Tot mijn verrassing zijn er tijdens oud&nieuw geen verontrustende dingen gebeurd; geen aanslagen, vooralsnog geen meldingen van intimidatie, aanranding en verkrachtingen... en dat vermoedelijk vanwege de ‘stilte voor de storm’, want als het elk oud&nieuw raak zou zijn konden de Europese bewoners wel eens in de gaten kunnen krijgen dat hun samenleving en dus hun bestaan rust op losse schroeven. Dus even geen gedoe met buitenlanders en vluchteli... euh oorlogsslachtoffers. Ik bleef de afgelopen twee afleveringen steken bij de Post.NL en TNT en bij de boeken van de Amerikaanse schrijfsters Barbara Marciniak en Barbara Hand Clow en bij de gevangen en verhoorde ‘alien’, die...

net zo gemakkelijk een representant van de Anunnaki kan zijn. We weten zo verdomd weinig van de soorten die ons omringen en welke onze planeet bezoeken, in de gaten houden en ons gedrag bestuderen. Tijdens een Frontier Symposium was ik om half tien reeds aanwezig in Grand Hotel Krasnapolsky en stond in de gang met Herman Hegge en anderen te praten. Dat was dicht bij de desk waar de bezoekers zich konden aanmelden. Plotseling verscheen Robert Boerman om de hoek. Ik stak mijn hand uit en begroette hem met de woorden; ‘Ha grote vriend’ en hij stak zowaar ook een hand uit en schudde de mijne. Zoveel broederschap was er tussen hem en mij al jaren niet meer geweest.

Not the Mama...


xxx

Earl Sinclair met zijn jongste telg


xxx

Hij schrok er zelf van zo te zien want hij trok snel zijn hand weg. Herman en Robert liepen door en terwijl ik er nog stond met anderen kwam een grote zware kerel om de hoek de gang in lopen. Benen uit elkaar, grote stappen nemend en met een zwaaiende en zwiepende staart achter zich. Ik was verbijsterd; keek ik nu naar een nagloeiend beeld op mijn netvlies, zag ik door de 3D-materie ook nog een vaag beeld uit een andere dimensie of toon van een dimensie?! Was dit ‘mimicry’... u weet wel camouflage zoals Kameleons dat ook toepassen in de natuur. Ik liet het verder los en ging de boekenzaal in. Daar natuurlijk het groeten en begroeten van bekenden en mijn positie innemen achter de boekentafels.

Tussen de middag ging ik met Peter uit Steenwijk naar de fraaie binnenruimte van Krasnapolsky om daar te gaan lunchen. Ik zag er nog enkele interessantjes zitten maar die kunnen me niet echt boeien. Zo’n bijeenkomst als het Frontier Symposium is een vergaarbak van geïnteresseerden, onderzoekers, schrijvers meelopers, interessantjes, geheim agenten (zoals onlangs nog aangehaald), spionnen ook natuurlijk en buitenaardsen en wat gesjeesde wetenschappers. Ik heb er de reïncarnatie van Copernicus mogen ontmoeten (woont in dit leven in Utrecht) en zo liepen er nog wel een paar rond die dag... en uiteraard de zware alien, die wel heel erg leek op Earl Sinclair uit de serie; ’Dinosaurs’.


xxx

Binnentuin Krasnapolsky

Vervelend gejengel

Tijdens de lunch kwam vriend Earl ook de binnentuin (wat het ooit was) in. Hij ging niet eten, maar zette zich achter de piano. Dat mag kennelijk en tot mijn verbazing ging hij nog spelen ook! Geen aangename muziek, maar vervelend gepingel.Ik vertelde Peter dat ik hem ‘s morgens al had zien binnenkomen en dat hij een reptiel is. Earl keek me van achter de piano steeds aan en grijnsde van oor tot oor. Had hij het op mij voorzien?! Wilde hij me jennen of zo... Gelukkig stopte hij; ik zat al met gebalde vuisten mijn lunch te eten; hij zat mijn pauze te vernaggelen. Na geruime tijd nam ik afscheid van Peter en zocht mijn plek achter de boekentafels weer op. Opeens en zomaar...

gonsde het van de geluiden dat er een ‘alien’ aanwezig moest zijn. Een vrouw had het gezien. Binnen geruime tijd had ik haar gevonden en ja... ze had in iemand vlak bij haar een reptielwezen herkend. Ze zei hem; ‘Pas maar op dat de mensen niet op je staart gaan staan’... waarop hij haar aan keek en grijnsde. Later op de middag had Earl het zo aangenaam met enkelen dat hij zijn stuursheid liet varen en hij als het ware stukjes op voerde en zelfs over de grond rolde. Ik keek er naar en hij keek terug en weer grijnsde hij naar mij. Dit zou in 2007 kunnen zijn geweest, toen ik in de tweede zaal een lezing gaf over de Anunnaki (zie voorgaande aflevering over de geheim-agenten)...

Vulpen foetsie...

want dat was een memorabele dag. Die dag verdween mijn Pelikan Vulpen uit 1935. Die had ik met trots bij me gestoken. Ik had de pen laten reviseren in de Pen Shop te Nijmegen (waar ze nog een werkplaats hebben en deskundige medewerkers die pennen kunnen maken). Ik was dus helemaal klaar voor eventuele handtekeningen van uitzinnige fans... maar de vulpen bleek op zeker moment verdwenen. Gestolen wellicht? Zou kunnen. Verloren misschien? Vrijwel onmogelijk omdat de pen stevig vastgezet in de binnenzak van mijn jas was opgeborgen. Ik was er helemaal onthutst van; mijn mooiste vulpen foetsie! Pas dagen later schoot mij in gedachten dat ik altijd iets tastbaars wilde meenemen naar...

een andere toon of een andere dimensie. In de jaren dat ik met José een relatie had, kreeg ik haar zus Ellie der gratis bij. We konden het goed vinden samen en we hebben gemediteerd, gependeld en over spirituele zaken gesproken. Ook over de ontvoering van José, Ellie en Erica hun jongste zus. Ze werden eens opgehaald door de Plejadians. Ze waren zeer klein en in de leeftijd van peuter en kleuter. Ze werden verwend en gekoesterd omdat hun ‘aardse’ leven zo zwaar was (zie ook een oudere aflevering van deze serie). Nou ja we waren lekker bezig en zo hadden we het eens over ‘opgehaald’ worden... Kun je dan iets meenemen?! Dat is wat ik de dames vroeg. ‘Nee natuurlijk niet’, schaterde Ellie met haar hoge stem.


xxx

Pelikan Vulpen uit de jaren ‘30

Witte Broederschappen

‘Dat denk ik ook niet’, zei José. ‘En waarom dan niet’... ‘Ja dat weten we niet, maar dat lijkt ons niet mogelijk’, besloten de dames. ‘En wat had je dan willen meenemen’?, vroeg Ellie... ‘Zijn vulpen’, zei Jose. Nou jongen vergeet dat maar... en ik vergat het verder tot ik enkele maanden later Abel in Groningen sprak. Die vertelde me dat de ‘witte broederschappen’ totemtekens hebben als de Pelikan, Swan, Ibis en nog wat andere. Volgens hem was Pelikan gelijk aan het Engelse Swan en dat vulpennen dergelijke fabrieksnamen hebben is geen toeval omdat de schrijfkunst deel is van de kennis van de Witte Broederschappen. Volgens hem was het niet onmogelijk een pen te transformeren naar een andere trilling.

‘Dus Abel, kan mijn pen klaarliggen als ik straks op Dek6 van het sterrenschip kom en dat mijn vulpen daar reeds aanwezig is’?... In mijn hoofd blijft de gedachte aan mijn verdwenen vulpen, de dinosaurus op het Frontier Symposium van 2007 (of was het 2009?!). Ik ben in 2008 en 2009 ook geweest maar ben er niet zeker van of de verdwijning van de vulpen samenvalt met de zwiepzwaaiende dinosaurus. Aan het einde van de dag sprak ik met Janet Ossebaard. We zaten samen achter haar tafel met boeken, kalenders en sieraden. Ze vertelde dat er net voor mij een man bij haar was komen staan... en die vertelde ‘niet van hier’ te zijn. Hij kwam van Zeta Reticuli. Hij bestudeerde hoe de mens met chaos, paniek en ontreddering omging.

De Zeta’s

Zeta Reticuli (Zeta Ret, ζ Reticuli, ζ Ret) is een breed dubbelstersysteem in het zuidelijke sterrenbeeld Reticulum. Vanaf het zuidelijk halfrond kunnen deze sterren in zeer donkere nachten met het blote oog worden gezien. Op basis van metingen aan de parallax is bepaald dat dit systeem zich op een afstand van ongeveer 39,4 lichtjaar van de Aarde bevindt. Zeta Reticuli wordt rondom omgeven door een puinschijf. Beide sterren zijn zon-analoog, dat wil zeggen dat zij vergelijkbare kenmerken met de zon delen. De twee sterren behoren tot de Zeta Herculis-bewegende groep van sterren, die een gemeenschappelijke oorsprong hebben (met dank aan Wikipedia). Meer de volgende keer...


xxx


xxx


xxx

Evert Jan Poorterman

Delen tekst zijn overgenomen uit de Statenvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem - 1987 (350 jaren Statenvertaling 1637-1987). Ik dank Carolus Verhulst; oprichter van Uitgeverij Mirananda te Wassenaar, voor het uitgeven van Sitchin's boek en voor zijn bijdrage als vertaler van de tekst, mijn ouders, mijn gidsen en onderzoekers en schrijvers als Immanuel Velikovsky, Erich von Däniken, Robert Charroux, Zecharia Sitchin, Alan Alford, Ernst Gideon, Iman Wilkes, de schrijvers danwel samenstellers van het Oera Linda Boek en tal van andere pioniers zoals Jan van Gorp (Iohannes Goropius Becanus, geboren te Hilvarenbeek, 1518-1572), Simon Stevin van Bruggen (Brugge, 1548-1620), Berend Willem Hietbrink (Maastricht 1943-...), Hylke Welling (1933 - ...), Michel de Nostradame (St. Rémy, 1503-1566), Pieter van der Meer en Alex Onbekend en Ansi mijn mentor en taalmeester en anderen die mij inspireerden...

Voor vragen en/of suggesties kun je Evert Jan rechtstreeks mailen op evertjan(apestaart)niburu.co

EVERT JAN POORTERMAN/NIBURU.CO

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl