Anunnaki, onze Goden – deel 237 – Doorgedraaid...

Dit is een reeks artikelen waarin Evert Jan Poorterman ons meeneemt op een fascinerende ontdekkingsreis.

Over de komst van een ster en vooral zijn bewoners die al sinds 445.000 jaren álles, maar dan ook écht alles op onze planeet bepalen.





De literatuur van de Babyloniërs en de Assyriërs

We pakken de draad weer op en gaan verder met het ‘scheppings-epos’ van ons zonnestelsel. Er zijn er die geloven dat heel veel Griekse geschiedenis zich in onze contreien heeft afgespeld... en ik ben er zo eentje. Een duimzuiger, een fantast volgens anderen. Theo Meder van Het Meertens Instituut te Amsterdam, noemt mij de grootste mysticus van dit moment in Nederland, wat ik tot zijn verbazing, zag als een compliment. Volgens Katherine Tingley die het boek; ‘Het pad van de mysticus’ schreef, is het als volgt:

‘Het pad van de mysticus is in zekere zin een verborgen pad, en een stil en wonderlijk pad. Toch is het toegankelijk voor alle mensen, en het is zo eenvoudig en nabij, dat velen die het willen betreden, er zich toch van afwenden, in de mening dat het iets anders is’.

Er is kennelijk veel angst en weinig stabiliteit in het zonnestelsel en dat komt niet door de puberende jonge goden (planeten). De innerlijke onrust komt van buiten. Er staat een indringer aan de poorten van het jonge stelsel. Die indringer kan nooit een kind (kleiner hemellichaam) zijn van de planeet Ea. Dit object moet veel groter zijn. Want Tiamat is een grote vaste planeet, geen gasbol of een klein en gemakkelijk verplaatsbaar planeetje. De jonge goden accepteren Marduk als hun Heer. Het begrip Upshukinna zou het ‘vergadervertrek’ kunnen zijn waar de goden bijeenkomen. Het Germaanse Walhalla zou het hoogst haalbare zijn voor een Germaanse krijger. Walhalla staat voor een ‘langhuis’. Groot lang dorpshuis zeg maar! en voor de ‘Hemel’ of een ‘beloftevol gene zijde’.

‘Als ik echter als jullie helper,
Tiamat bedwing en jullie red,
roep dan een vergadering bij elkaar
en bepaal opnieuw het lot.
Ik zal dan vriendschappelijk bijeen zittend (in de Upshukinna),
met mijn woorden, in plaats van die van jullie, het lot bepalen.
Niets zal verandert worden van wat ik schiep,
Het bevel van mijn lippen zal niet tenietgedaan worden
en niet verzwakt worden’.

xxx

Langhuus te Hobro in Denemarken (dak lijkt op een omgekeerde scheepsromp)...

xxx

Langhuus op het eiland Vestvågøya van de eilandengroep Lofoten, Noorwegen

xxx

Langhuus van de E De stam in Vietnam...

xxx

Gemeenschapshuis van de Irokezen in Canada... 

Walhalla en Walhallagara

Walhalla in oertaal Kwando is; WA AL HA AL LA>, met de betekenis; ‘waken/wachten-alles-stromen-alles-aanleggen’, ofwel een grote ruimte waar allen kunnen waken en wachten. Waar iedereen in en uit gaat. Het is het dorpshuis en alle belangrijke zaken spelen zich daar af. Daar wordt vergadert, de komende strijd besproken, de goden geëerd, feesten ten faveure van die goden gevierd, worden bruiloften gehouden, daar vloeit het gerstenat rijkelijk, zitten de terrassen vol tijdens warme zomeravonden, ‘s winters wordt er gepoold en gedart. Aanleggen wil zeggen aansluiten, maar ook knuffelen en ook leren in de zin van groeien. De oude Griekse wijsneus Plato heette niet zo, het was zijn bijnaam! Plato in plat Kwando is; PE LA TU>, met de betekenis; ‘persen-aanleggen-toe-eigenen’,

ofwel deze leraart leerde met harde hand, hij duwde het je door de strot en huiswerk maakte je totdat je ging slapen. Niks knikkeren en verstoppertje spelen met je vriendjes; leren en nog eens leren! Persen en druk uitoefenen op de leerlingen, hen bijbrengen wat nodig was en he je eigen maken. De oude Romeinen zeiden niet voor niets; ‘Repetitio mater studiorum est’, ofwel ‘herhaling is de kracht van de studie’ (ook ‘herhaling is de moeder van de wetenschap’ en ‘repetitio est mater studiorum’ – oefening baart kunst). Dat had die oude Plato goed begrepen! Blijven herhalen. Zo leerden generatie na generatie Nederlanders de tafels van een tot en met tien uit hun hoofd. Geen tafels van de IKEA (Robert Boerman merkte destijds op; ‘Hee Ik Ea’, ofwel Ik Enki! en Sinterklaas en de Kerstman)...

Tu Ta Ti Tovenaar

maar tafels als kleitabletten. Een tafel is een tabel, een lijst, een opsomming van feiten, van informatie en de meeste gevonden kleitabletten bevatten teksten met recepten, boodschappen, handelscontracten van aan/in- en verkoop van alledaagse goederen. Een tafel is dus ook een kleitablet. Zo oud is het onderwijs-systeem dan ook al. En wij oude Babyloniërs en Soemeriërs namen onze gewoonten mee op onze vlucht. In het oude Soemer kende men een leer- en lessysteem met de naam ‘tu-ta-ti’. Dat doet denken aan Ti Ta Tovenaar, maar dat is wat anders... TU TA TI is ons abc, ons alphabeta zeg maar... het betekent; ‘toe-eigenen-takelen-tierig maken’, ofwel het aanleren, het verheffen naar een hoger plan en het toepassen van het geleerde in de praktijk en de rest van je leven.

Plato omgekeerd wordt dan; UT AL EP<, met de betekenis; ‘uittreden-alles-ebben/korten’, ofwel meester Plato stampte de lesstof in de hoofden van zijn leerlingen, met het besef dat de opgedane kennis kon uittreden, maar ook wegebben of kort opgeslagen werd in de grijze massa van de studenten. Wij leerden op die wijze de rekentafels en de jaartallen... en dat ebde weg tijdens de onderwijs-hervormingen. Vandaar dat er geen jongere is die nog kan hoofdrekenen, noch enige kennis heeft van de Vaderlandse Geschiedenis en door de ‘swartepietenkwestie’ (hee dat is nog eerder dan vorig jaar toen supermarkt Jumbo Binnendijk in het Gelderse Twello op 1 september al pepernoten verkocht!) dat ook niet meer zal krijgen. Al onze geschiedenis wordt gewist, tot en met de straatnaamborden toe.

Kunnen nog net tot tien tellen...

Over twee generaties (onder normale omstandigheden dan – want WOIII komt nog en de tweede ster RA en de zeven jaren van Grote Verdrukking door de komst van de Anti-Christ) vindt je in Europa/Nederland weinig terug van onze aanwezigheid. Enlil/Khazaren/nepjoden willen al het blanke weg uit de wereld, te beginnen bij Europa! Dus nooit meer tafels en jaartallen leren. Nou ik heb mijn punt gemaakt; de hedendaagse kneuzen weten niet zo veel, zitten de godganse dag met hun debieltjes in hun hand, zijn kleinkinderen van de ‘patatgeneratie’, kinderen van de ‘zesminnetjes), zijn de Abels (zie vorige afleveringen) van nu. De ruigere Kaïns komen met rugzakjes en sneakers via aanvoerroutes Europa binnen en zullen zich doen gelden. Dat is een kwestie van tijd.

Meester Kwel Plato tergde zijn studenten met een onophoudelijke stroom aan kennis en wetenschap. Hij kwelde zichzelf ook; hij was groot en sterk en supergezond... en dat toonde hij ook. Vaak stond hij ten toon aan het publiek; stond dan op het plein en toonde zijn gespierde lijf. Volgens wonderkind Hylke Welling in Amersfoort stond hij er zelfs in de regen en de kou. Hij bleek een ijzeren gestel te hebben, veel stamina zeg maar en werd daar zelfs niet ziek van. Zo’n gezonde gozer was dat! ‘Een gezonde geest in een gezond lichaam’, zal hij gedacht hebben. Hij liep geen koutje op, geen loopneus, niets van dat alles! Geen gesnotter of een kuchje... Plato was superman. En dat was wellicht ook zijn uitgangspunt; als ik het kan, moeten, zullen jullie het ook moeten.

Even terug naar Walhallagara...

Ik ben weer helemaal afgedwaald. Oh ja... over LA (aanleggen, aanleren, laagje voor laagje zeg maar). In de grote langhuizen, de prehistorische langhuizen van de Germanen werd ook geleerd met pijl en boog te schieten, hoe met het zwaard te vechten, hoe je schild te gebruiken en hoe bijl of speer. Tijdens de lange wintermaanden werd daar vergadert (bijeen gekomen) en diende het ‘langhuus’ ook als dorpshuis, sporthal en indoor-faciliteit voor van alles en nog wat. Hier in Nederland noemen we zo’n lang huis een ‘saal’, een zaal! Hee wat modern! Denk aan de landstreek Salland (saal land) en de stad Oldenzaal (olden saal) in Twente, beiden gelegen in Overijssel. Op Nieuw-Guinea noemt men het ‘mannenhuis’ (kon geen goede afbeelding vinden)... en dat zegt genoeg!

Ook van Afrikaanse stammen/dorpen heb ik geen afbeeldingen kunnen vinden. Toch vermoed ik dat er in Afrika en op Papoea Guinea wel degelijk langhuizen te vinden zijn. Ook in west-Europa?! Ook daar kon ik geen afbeelding van vinden Niet Germaans en niet Saksisch). Kennelijk zijn alle volken in de oudheid bekend gemaakt met de functie van een dorps- of gemeenschapshuis... of zit het in de genen van de mens. Ik denk dat het de ‘goden’ waren die de mensen veeteelt, akkerbouw en de teelt van vruchten heeft bij gebracht. En de ploeg, sikkel, pottenbakkerswiel, het weefgetouw en het spinnewiel hebben geïntroduceerd. Hoe kaas te maken, hoe gewassen te verbouwen en hoe een kleine gemeenschap vorm te geven. Structuur voor een stam. Klein en overzichtelijk.

Omstreden Oera Linda Boek

Walhallagara is de oude naam voor Walcheren en de vesting Middelburght. Wal is duidelijk; een ringwalburght en daarbinnen de hala, het gemeenschapshuis, het mannenhuis, het langhoes, waar iedereen zich ‘vergaarde’. In vergadering kwam, bijeen kwam. Hieronder een pagina uit het omstreden ‘Oera Linda Boek’ (en Oeral Inda Boek volgens Gelein Jansen op Texel/Teksland – omdat de Friezen ook over de Oral trokken en iets meer dan twaalfhonderd jaren in India woonden. In de Pangab, nu wellicht de Punjab) waarin Walhallagara beschreven staat. Het is een zeer interessant geschrift en als je verder kijkt en dieper graaft en je niks aan trekt van die ‘Papegaaien’ van de Universiteiten, blijken er heel wat aanknopingspunten te zijn met de ware geschiedenis!

xxx

Middelburg, ooit begonnen als een ringwalburght, 3640 jaren geleden gebouwd... 

An tha jêra 1000 and 5 nêi Aldland svnken is, is thit vpp-ina asterwach it Fryas burch writen - Nêi that wi in twilif jêr tid nên Krêkalandar to Almanlând sjân hêde, kêmon thêr thrju skêpa sa syrlik as wi nên hêdon aend to fara nimmer nêde sjan. Vppet storoste thêra wêre-n kêning thêra Jhonhis êlandum. Sin nôme wêre Ulysus aend tha hrop ovir sin wisdom grât. This kêning was thrvch êne presteresse forsêid, that er kêning wertha skolde ovir alla Krêkalanda sa-r rêd wiste vmbe-n foddik to krêjande, thêr vpstêken was anda foddik it Texland. Vmbe-r to fensane hêder fêle skaeta mith brocht, boppa ella fâmne syrhêdum, alsa thêr in wralda navt skênener mâkad wrde. Hja kêmon fon Troja en stede tham tha Krêkalandar innimth hêdon. Al thissa skaeta bâd hi tha Moder an, men thju Moder nilde nârne fon nêta. As er to lesta sa, that hju navt to winne wêre, gvng er nêi Walhallagara. Thêr was en fâm sêten, hjra nôme wêre Kât, tha...

In het jaar 1005 nadat Atland gezonken is, is dit op de oosterwand van Frijasburgt geschreven - Nadat wij in twaalf jaren tijd geen Krekalander te Almanland gezien hadden, kwamen hier drie schepen zoo sierlijk als wij er geen hadden, en te voren nimmer hadden gezien. Op het grootste van deze was een koning der Jonische eilanden; zijn naam was Ulysus en de roep zijner wijsheid groot. Aan dezen koning was door eene priesteres voorzegd dat hij koning zoude worden over alle Krekalanden, zoo hij raad wist om eene lamp te krijgen, die opgestoken was aan de lamp te Texland. Om die te verkrijgen had hij vele schatten medegebracht, bovenal vrouwen sieraden, gelijk er in de wereld niet schooner gemaakt werden. Zij waren afkomstig van Troje, eene stad, die de Krekalanders hadden ingegenomen. Al deze schatten bood hij de Moeder aan; maar de Moeder wilde nergens van weten. Als hij ten laatsten zag, dat zij niet te winnen was, ging hij naar Walhallagara. Daar was eene burgtmaagd gezeten, wier naam was Kaat; doc... (verder op de volgende pagina).


Evert Jan Poorterman 

Delen tekst zijn overgenomen uit de Statenvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem - 1987 (350 jaren Statenvertaling 1637-1987). Ik dank Carolus Verhulst; oprichter van Uitgeverij Mirananda te Wassenaar, voor het uitgeven van Sitchin's boek en voor zijn bijdrage als vertaler van de tekst, mijn ouders, mijn gidsen en onderzoekers en schrijvers als Immanuel Velikovsky, Erich von Däniken, Robert Charroux, Zecharia Sitchin, Alan Alford, Ernst Gideon, Iman Wilkes, de schrijvers danwel samenstellers van het Oera Linda Boek en tal van andere pioniers zoals Jan van Gorp (Iohannes Goropius Becanus, geboren te Hilvarenbeek, 1518-1572), Simon Stevin van Bruggen (Brugge, 1548-1620), Berend Willem Hietbrink (Maastricht 1943-...), Hylke Welling (1933 - ...), Michel de Nostradame (St. Rémy, 1503-1566), Pieter van der Meer en Alex Onbekend en Ansi mijn mentor en taalmeester en anderen die mij inspireerden...

Voor vragen en/of suggesties kun je Evert Jan rechtstreeks mailen op evertjan(apestaart)niburu.co

EVERT JAN POORTERMAN/NIBURU.CO

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl