Oude onderdrukte wijsheid over het verband tussen voedsel en organen

Veel oude wijsheid wordt bewust onderdrukt. Groenten en fruit bevatten bepaalde patronen die lijken op organen in het menselijk lichaam en die dienen als een signaal of teken.

De moderne wetenschap bevestigt deze patronen, maar waarom blijft deze noodzakelijke kennis verborgen?

De genezende en voedzame eigenschappen van groenten en fruit worden onthuld door de fysieke vorm of signatuur van de groente of het fruit in relatie tot het menselijk lichaam.

Bruine bonen ondersteunen bijvoorbeeld de werking van de nieren en ze zien er exact zo uit als menselijke nieren.

Een walnoot lijkt op een brein: een linker en een rechter hersenhelft, grote en kleine hersenen. Zelfs de rimpels of vouwen op de noot lijken op de neocortex. We weten nu dat walnoten de hersenfunctie helpen ontwikkelen.

Een dwarsdoorsnede van een wortel lijkt op het menselijk oog: de pupil, iris, de lijnen. De wetenschap toont nu aan dat wortels de bloedstroom naar de ogen verbeteren en het goed functioneren van de ogen helpen ondersteunen.

Selderij ziet er net zo uit als botten. Selderij helpt botten sterker te maken. Botten bestaan net als selderij voor 23 procent uit natrium. Als je niet genoeg natrium tot je krijgt haalt je lichaam het uit je botten, waardoor ze verzwakken. Selderij versterkt het skelet.

Avocado’s zorgen voor het goed functioneren van de baarmoeder en baarmoederhals van de vrouw, ze zien er precies zo uit als deze twee organen. Avocado’s houden hormonen in balans, voorkomen overtollig gewicht en gaan baarmoederkanker tegen. Het duurt exact negen maanden voordat een avocado zich ontwikkelt tot rijpe vrucht.

Vijgen zitten vol zaden en groeien in tweetallen. Vijgen verbeteren de mobiliteit van mannelijk sperma en helpen onvruchtbaarheid voorkomen.

Champignons lijken op een menselijk oor. Ze verbeteren het menselijk gehoor. Champignons bevatten als één van de weinige levensmiddelen vitamine D. Deze vitamine is belangrijk voor gezonde botten, zelfs de kleine botjes in het oor die geluid overbrengen naar het brein.

Onze longen bestaan uit luchtwegen die zich steeds verder vertakken en op den duur uitkomen in alveoli. Dit weefsel lijkt op een tros druiven en zorgt ervoor dat zuurstof van de longen in de bloedstroom terecht komt. Druiven verminderen het risico op longkanker en emfyseem. Druivenpitten bevatten bovendien proanthocyanidine wat helpt tegen astma.

Gember lijkt op onze maag. Het is daarom interessant dat gember voornamelijk helpt bij de spijsvertering. In China wordt gember al meer dan 2.000 jaar gebruikt om de maag tot rust te brengen en misselijkheid te genezen terwijl het ook een populair geneesmiddel is tegen reisziekte.

Zoete aardappelen lijken op de alvleesklier en helpen de glykemische index in balans te houden. Olijven zorgen tot besluit voor het goed functioneren van de eierstokken.

De grote corporaties hebben ons geleerd verwerkt voedsel te kopen in plaats van verse groenten. We hebben nauwelijks nog tijd om te koken en zijn te druk met werken en consumeren, aldus de boodschap die ons wordt ingeprent door de televisie, radio, krant, cultuur en maatschappij.

Het gevolg is dat overal gesubsidieerd, goedkoop voedsel voorhanden is van een lage kwaliteit en dat mensen steeds dikker worden. En hoe dikker men wordt, hoe meer kans men heeft op hartziekten, diabetes, kanker en een variëteit aan andere chronische aandoeningen. En dat is big business voor big pharma. Hoe zieker onze bevolking wordt, hoe meer medicijnen worden verkocht voor hoog cholesterol, diabetes, hoge bloeddruk, depressie en allerlei andere aandoeningen die worden veroorzaakt door onze levensstijl. In wezen verdienen big food en big pharma goud geld aan een land vol zieke en dikke mensen.

Dit zit verweven in onze economie en cultuur. Je kunt het in feite het medisch-landbouw-voedsel-industrieel-complex noemen. Door de oude kennis over voedsel toe te passen kunnen we een meer proactieve rol spelen bij het verbeteren van onze eigen gezondheid. Wij zijn zelf onze beste dokter en diëtist, we moeten het alleen eerst zelf geloven.

De Zwitserse arts en filosoof Paracelsus (1493-1541) merkte op hoe de eigenschappen van planten worden gereflecteerd door hun voorkomen. Hij theoretiseerde dat de aard van planten kan worden ontdekt door hun uiterlijke vorm of signatuur te bestuderen. Hij stelde dat de kwaliteit van voedsel, en niet de kwantiteit, geassocieerd kan worden met levensenergie.

In de zeventiende eeuw blies de Duitse schoenmaker Jakob Böhme (1575-1624) dit alles nieuw leven in toen hij over het onderwerp begon te schrijven. Op 25-jarige leeftijd kreeg hij een visioen waarin hij de ware relatie tussen de mens en zijn schepper zag, dat de mens zowel de schepper is als hetgeen hij schept.

Bron: Richardcassaro.com

Gerelateerd:

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl