Zeven dictators gesteund door de VS naast Mubarak

De Egyptische president Hosni Mubarak krijgt plots veel media-aandacht, maar zijn regime is niet het enige wat al die tijd met miljarden Amerikaanse dollars aan steun aan de macht kon blijven.

Laten we eens kijken naar andere dictators over de wereld die net zo gelukkig waren om lange tijd aan de goede kant te staan van Uncle Sam.

1. Paul Biya, Kameroen

Biya is sinds de winnende ‘verkiezing’ van 1983 president van Kameroen. Hij was de enige kandidaat en deed het erg goed: hij kreeg 99% van de stemmen.

De Verenigde Staten en Kameroen werken samen in de Verenigde Naties en een aantal andere multilaterale organisaties. De Amerikaanse regering is nog altijd één van de belangrijkste financiers van internationale financiële organisaties, zoals de Wereldbank, het IMF en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, die financiële en andere ondersteuning verleent aan Kameroen.

Amnesty International rapporteert over de onwettige executies in het land, journalisten die in de gevangenis belanden en andere activiteiten die niet door de media belicht mogen worden.

2. Gurbanguly Berdimuhammedow, Turkmenistan

Berdimuhammedow greep de macht in 2006 toen zijn voorganger stierf en zijn rechtmatige opvolger werd vastgezet in de gevangenis.

Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken was Turkmenistan in de negentiger jaren een belangrijke speler in het Caspian Basin Energy Initiative van de Verenigde Staten waarbij werd onderhandeld tussen commerciële partners en de regeringen van Turkmenistan, Georgië, Azerbeidzjan en Turkije om een pijplijn onder de Kaspische Zee aan te leggen.

Parade Magazine merkt op dat de Verenigde Staten nog altijd olie importeren uit Turkmenistan ($100 miljoen in 2008) terwijl Boeing vliegtuigen bouwt voor de Turkmeense regering. Oliegigant Chevron opende een kantoor in de Turkmeense hoofdstad Ashgabat.

Human Rights Watch zet uiteen dat de regering van het land één van de meest onderdrukkende en autoritaire ter wereld is ondanks stappen om het beleid van haar voorganger te veranderen.

3. Teodoro Obiang Nguema Mbasogo, Equatoriaal-Guinea

Drieëndertig jaar geleden zette Obiang Nguema zijn oom, Francisco Macías, af tijdens een staatsgreep. Peter Maass noemde hem niet alleen Afrika’s ergste dictator, maar een man wiens leven een parodie lijkt op het dictator genre.

In de negentiger jaren moest zelfs de Amerikaanse ambassadeur in het land worden geëvacueerd. Niet lang daarna werd olie gevonden nabij de kust, maar de eerste opbrengsten, zo’n $700 miljoen, werden doorgesluisd naar geheime rekeningen van Obiang zelf.

Volgens Parade importeerden de Verenigde Staten in 2008 meer dan $3 miljard aan petroleum producten uit Equatoriaal-Guinea.

4. Idriss Deby, Tsjaad

De Verenigde Staten importeerden tevens voor $3 miljard aan olie uit Tsjaad. Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft Amerika een vriendelijke relatie met de regering-Deby. Tsjaad bleek een waardevolle partner in de wereldwijde oorlog tegen terrorisme, zo stelt het departement.

Amnesty International schrijft in een rapport uit 2010 over Tsjaad echter dat het lijkt alsof er geen wetten zijn in het land. Er vindt veel geweld plaats en kinderen worden ingezet als soldaten. Tegenstanders van de regering verdwijnen.

Parade merkt op dat de Verenigde Staten nog altijd Tsjaadse commando’s trainen.

5. Islom Karimov, Oezbekistan

Karimov is sinds 1990 president van Oezbekistan toen hij de eerste van een serie schijnverkiezingen met een grote meerderheid won. Martelingen en het vastzetten van religieuze minderheden zijn aan de orde van de dag in Oezbekistan, zo laat Human Rights Watch weten.

Het land is echter een belangrijke partner van de Verenigde Staten in de zogenaamde oorlog tegen terrorisme, waarbij tot 2005 Amerikaanse troepen waren gestationeerd op de Karshi-Khanabad luchtmachtbasis.

Parade stelt dat de handel tussen Oezbekistan en de Verenigde Staten verdubbelde in 2008 en dat de Amerikanen nog altijd grote hoeveelheden Oezbeeks uranium importeren dat gebruikt wordt voor nucleaire reactors en wapens. In 2009 bestelde Oezbekistan Airlines bij Boeing voor $600 miljoen aan vliegtuigen.

6. Meles Zenawi, Ethiopië

Zenawi leidt Ethiopië al 20 jaar lang. Afgelopen jaar, na wat Human Rights Watch omschreef als ‘maanden van intimidatie van oppositieleiders’, won Zenawi’s partij, het Ethiopian People’s Revolutionary Front, de verkiezingen met 99,6% van de stemmen.

Ook Ethiopië speelt een belangrijke rol in de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme en draagt significant bij aan de vredesmissies in Afrika. Volgens het Amerikaanse agentschap voor Internationale Ontwikkeling is Amerika de grootste donor van Ethiopië.

Het Amerikaanse Congres nam een wet aan die stelt dat militaire hulp aan het land verboden is totdat er vrije pers is en het Zenawi-regime iets doet aan de mensenrechten. De wet werd aangenomen ondanks protesten van de regering-Bush.

Ondanks het feit dat Ethiopische oppositiegroepen illegaal zijn, NGO’s verbannen worden en Ethiopiërs vaak zonder proces verdwijnen, rekruteren de Verenigde Staten nog altijd troepen in het land.

7. Koning Abdoellah bin Abdoel Aziz al-Saoed, Saoedi-Arabië

Klaarblijkelijk is het alleen erg wanneer een islamistische staat haar burgers onjuist bejegend als die staat te boek staat als Iran. Saoedi-Arabië is één van de belangrijkste bondgenoten van de Verenigde Staten. De Amerikaanse regering levert al decennia lang de beveiliging voor de Saoedische koninklijke familie in ruil voor olie.

Human Rights Watch merkt op dat de initiatieven om hervormingen door te voeren in het land slechts symbolisch zijn.

Amnesty International stelt in haar rapport van 2010 dat de autoriteiten van het land een hele reeks onderdrukkende maatregelen hanteren om vrijheid van expressie te voorkomen. In totaal zijn duizenden mensen gearresteerd als vermeende terroristen.

Bron: Alternet.org

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl