Op 18 mei jongstleden kwam de Amerikaanse spaceshuttle Endeavour voor de laatste keer aan bij het internationale ruimtestation ISS. Het ruimteveer heeft zijn bemanning voor twee weken afgezet bij het station.

Op bevel van NASA werden de beelden stopgezet toen drie ongeïdentificeerde vliegende objecten op de achtergrond van het ISS verschenen.

Dat de bemanning van de Endeavour NASA’s Ustream moest pauzeren heeft veel vragen doen rijzen en onderstreept de noodzaak van een onafhankelijke organisatie die de ruimte in de gaten houdt.

Het eerste object wat in onderstaande video is te zien maakt een kleine bocht naar links en vermindert vervolgens vaart. Nadat er nog twee objecten langskomen vraagt de vluchtleiding het beeld te pauzeren.

Satellieten of ruimtepuin zo goed als uitgesloten

In april kwam een onderdeel van een Chinese anti-satelliet test ongemakkelijk dicht bij het ISS waardoor de bemanning uit veiligheidsoverwegingen moest schuilen in de Russische Soyuz-capsule.

Het ruimtepuin kwam tot op 4,5 kilometer van het ruimtestation en ruim van tevoren verzamelde de bemanning zich in hun Soyuz TMA-20 ruimteschip. NASA houdt naar eigen zeggen al het ruimtepuin in de gaten om te zorgen dat het ruimtestation altijd veilig is.

Mocht er dus sprake zijn van ruimteschroot dan wordt de bemanning ruim van tevoren gewaarschuwd om te schuilen. Dit gebeurt dus al wanneer ruimteafval zich op enkele kilometers van het ISS bevindt.

Rond de Aarde draait één natuurlijke satelliet (de Maan) en een groot aantal kunstmatige satellieten. Op basis van de hoogte van deze satellieten ten opzichte van het aardoppervlak, worden zij geclassificeerd in een lage (LEO, Low Earth Orbit) of hoge (HEO, High Earth Orbit) baan. Binnen deze categorieën worden er subcategorieën onderscheiden waarbij niet alleen de hoogte van de baan, maar ook de vorm bepalend is.

Een klein deel van de satellieten bevindt zich in een lage baan. Alle satellieten die zich tussen ongeveer 350 en 1400 km boven het aardoppervlak bevinden worden tot de LEO categorie gerekend. In nog lagere banen worden de bewegingen erg onstabiel als gevolg van atmosferische invloeden.

Het internationale ruimtestation bevindt zich op een hoogte van ongeveer 350 kilometer. Op deze hoogte hebben astronauten geen last van straling als gevolg van de Van Allen-gordels, twee gordels van geladen deeltjes rond de Aarde. De laagstgelegen gordel, op een afstand van 2.000-5.000 kilometer, bestaat voornamelijk uit protonen. Elke dag daalt het vaartuig ongeveer honderd meter, waardoor continu moet worden gecorrigeerd.

De kans dat een satelliet langs het ISS beweegt is dus nihil, laat staan drie tegelijk.

Attentie via: UFO-blogger.com

Verwante artikelen:

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl