Met behulp van een zogenaamde scintillator zijn enkele van de meest zeldzame deeltjes tot nu toe gedetecteerd.
Het gaat om zogenaamde geo-neutrino’s en de geanalyseerde data wijzen op het bestaan van een interne warmtebron in de Aarde.
Het instrument bevindt zich diep onder een berg in Italië en werd bediend door twee natuurkundigen van de Universiteit van Massachusetts.
Geo-neutrino’s zijn anti-neutrino’s die worden gegenereerd tijdens het radioactieve verval van uranium, thorium, kalium en rubidium, diep in het gesteente van onze planeet. Men denkt dat het verval een signficant maar onbekend deel van de warmte kan verklaren die diep in het binnenste van de Aarde wordt gegenereerd.
Borexino is een experiment van het Laboratorio Nazionale del Gran Sasso, een ondergronds laboratorium in een 10 kilometer lange tunnel, zo’n 1,5 kilometer onder Gran Sasso in de Apennijnen. Het laboratorium is in eerste instantie ontwikkeld om subatomische deeltjes van de Zon op te vangen.
Neutrino’s en anti-neutrino’s hebben geen elektrische lading en een minuscule massa. Ze interacteren enkel met materie via de zwaartekracht en zwakke nucleaire kracht, waardoor ze extreem moeilijk te detecteren zijn.
Het laboratorium is diep in de rotsen gebouwd, zodat het minder last heeft van de achtergrondstraling en bovendien werkt de scintillator in een dergelijke omgeving zeer effectief.
In 2005 werden ook geo-neutrino’s ontdekt door een groep Japanese en Amerikaanse wetenschappers, maar de metingen werden beïnvloed door de achtergrondstraling.
De data openen een nieuwe poort naar het binnenste van de Aarde en de warmtebron die zich daar bevindt.
Vertaling: Robin - www.niburu.nl
Bron: Dailygalaxy.com
Verwante artikelen: