Anunnaki, onze Goden - (deel 226) - Van harte gefeliciteerd Israël met jullie 70-jarig bestaan! - deel 32

Dit is een reeks artikelen waarin Evert Jan Poorterman ons meeneemt op een fascinerende ontdekkingsreis.

Over de komst van een ster en vooral zijn bewoners die al sinds 445.000 jaren álles, maar dan ook écht alles op onze planeet bepalen.





Nu echt even terug om weer aan te haken...

In deze aflevering haken we toch echt aan bij aflevering 221, waarin de vlucht van de ‘munabtutu’ beschreven staat. Die ‘vluchtelingen voor een grote ramp’ trekken door Turkije naar de Europese gronden en via de Kaukasus naar de Russische steppen. Nou zijn wetenschappers in het algemeen vasthoudend en neigen zij niet zo gauw tot vernieuwing. Dat blijkt ook uit het feit dat de zondvloed bijvoorbeeld door velen wordt gezien als een regionale ramp in Mesopotamië en niet als een wereldwijde catastrofe. De zondvloed is toch een verhaal uit de bijbel en hoeveel waarheid moet je daar aan toekennen. Zo zien veel wetenschappers de opkomst van de mensheid vanuit het verre verleden tot nu dan ook als één ononderbroken opgaande lijn in ontwikkeling.

Evoluerend van een primitief wezen tot een buitengewoon beschaafd en intelligent wezen. Juist in dat beeld is het ontwaken van de mens ‘relatief’ laat ten opzichte van zijn ontstaan sinds enkele miljoenen jaren. Het is niet ondenkbaar dat de mens vóór de zondvloed al leefde in een zeer complexe en technologische maatschappij, die de onze doet verbleken! Het is dus onjuist om ons beschavingsniveau te relateren aan de laatste 5 tot 6.000 jaren, waarvan bekend en zichtbaar is dat de mensheid zich begint te verheffen. Vanaf het moment dat men in staat was enige orde aan te brengen in hun leefwereld, na eerst honderden of duizenden jaren te hebben rondgezworven. Zoekend naar water, voedsel en een geschikte plek om te wonen, trokken velen door Azië, Afrika en Europa.

xxx


xxx

De mens wordt van jager-verzamelaar, akkerbouwer, veehouder en stedeling... 

Menselijke ontwikkeling en eerste sporen van cultuur

Langzaam maar zeker ging men vaste plaatsen bewonen en de ‘jager en verzamelaar’ werd een boer en ging gewassen verbouwen, vee telen en ging een vaste plek bewonen. De volgende stap was de bouw van dorpen en steden, de ontwikkeling van een gestructureerde maatschappij zou je kunnen zeggen en tenslotte het ontstaan van cultuur. Cultuur in de vorm van ‘schone kunsten’ zoals toneel, muziek, zang en voordracht en vervolgens volgt het schrift. Alles op zijn tijd en steeds met een tussenpoos van 3.600 jaren! zegt Zecharia Sitchin! Vaak vroeg ik mij af waarom men het schrift op kleitabletten afdrukte en dit de oudste presentaties van het moderne schrift bevatten. Nu weet ik het! Het is vrij simpel, er waren geen computers meer, geen papierfabrieken, geen balpennen en ander schrijfgerei.

Dat is flauw zult u zeggen... maar in een totaal verwoeste en veranderde wereld, zonder steden, havens, vliegvelden, industrie en infra-structuur was de mens overgeleverd aan wat hij vinden en gebruiken kon en aan zijn vermogen tot aanpassen. Pas toen hun wereld weer bevolkt werd en een zekere ‘beschaving’ op de mens neerdaalde, pasten zij het schrift toe in datgene dat het meest voorhanden was. Klei! Dat het schrift na de vloed verscheen in klei, komt omdat het overal voorhanden was. De Zon die vóór de vloed niet zichtbaar was kon nu met haar kracht de klei bakken, zodat de teksten bewaard konden blijven en zelfs meegenomen. Een primitief ogend schrift werd geïntroduceerd als voorbode van andere schriftvormen later.

xxx


xxx

Soemerische Spijkerschrift en het Egyptische Hiërogliefenschrift... 

De Munabtutu strijken neer...

Geleerden kwamen tot de conclusie dat tegen het einde van het 2e millennium voor onze jaartelling, het Arische volk ergens vanuit de streek nabij de Kaspische Zee opdook en zich naar het westen verspreidde via Klein-Azië (huidige Turkije) en ook oostwaarts naar India! Daarmee bevestigen zij eigenlijk wat Zecharia Sitchin beweerde. Hij ontdekte dat bij een enorm conflict, zo rond 2024 voor onze jaartelling een abrupt einde komt aan de Sumerische beschaving. De Munabtutu kozen voor de vlakke en verlaten gebieden in Europa, waar ná de zondvloed en het smeltende ijs van de voorlaatste zuidpoolkap vele gebieden nog maagdelijk waren en ook nauwelijks bewoond. Het heeft er alle schijn van dat zij allereerst een goed heenkomen zochten, om daarna zich te hergroeperen op de afgesproken plek in noordwest-Europa! Aan de delta’s van vele grote rivieren wilden zij een nieuw bestaan opbouwen...

In het verre Rusland bouwden zij de stad Samara aan de rivier de Wolga en jaren later, na ruime aanwas van de bevolking, trokken de nazaten van die voormalige vluchtelingen oostwaarts de Oeral over en anderen gaan westwaarts tot in Estland en Finland. Zij worden in het ‘Oera Linda Boek’ aangemerkt als de ‘Finnen’. De Hongaarse groep zie ik als de ‘Kelten’. Taalonderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat de Hongaarse Taal verwantschap heeft met talen van de ‘Fins-Oegrische’ Taalgroep. Met name de Chanten en de Mansen, volken die leven in Siberië, achter de Oeral kunnen de Hongaren verstaan en andersom!. Hongaarse Taalwetenschappers beweren overigens al meer dan een eeuw dat hun unieke Taal afstamt van het... Sumerisch!

Waar de Munabtutu verschijnen en nieuwe gebieden ‘doortrekken’ worden zij gezien als ‘magoi’, magiërs of magyaren. Zij vallen op door hun geavanceerde wapens, techniek en hun vliegtuigen. De Hongaren noemen zich nog steeds ‘Magyaren’. Op hun trektocht naar centraal Rusland, de Roemeense laagvlakte en Hongarije zijn zij zeer waarschijnlijk door andere stammen en volken gevolgd. De Finse en Estse groep breidt zich ook uit, evenals die uit Samara en rond 1.800 jaren voor onze jaartelling bouwen zij een grote vloot. Zij schepen zich in en varen in zuidelijke richting en hier begint nu de aansluiting van Sitchin’s verhaal met het omstreden Oera Linda Boek. De in Estland en Finland neer gestreken Friezen/Vriezen (Freija’s Volk) uit Samara...

Nieuw land zoeken

bouwden een grote vloot (ongeveer 1.800 jaren voor onze jaartelling) schrijft Zecharia Sitchin en voeren de Oostzee op in zuidelijke richting. Volgens het ‘Oera Linda Boek’ was dat 1794 voor de jaartelling. Aannemelijk is dat zij onderweg overal nederzettingen bouwden en mensen achterlieten. Zo was hun eventuele terugtocht gegarandeerd en bovendien was men dan verzekerd van eten, drinken en een slaapplaats en natuurlijk hulp op vaarbare afstanden (klein Duimpje-verhaal). We kunnen de nederzettingen zien als handelsposten, door de Feniciërs handelsfactorijen genoemd; houten forten met versterkte burght (estate/staat er/statig op een rots met beneden een kade met wat schuren en dat alles ompaald. Zo konden ze handel drijven, voedsel verzamelen...

en hulp bieden in tijden van nood. Op vaarbare afstanden terug of vooruit. Zij voeren met hun hoofdvloot tussen de eilanden van de Dennenmarken door, wat destijds mogelijk was omdat Denemarken nog niet aan het vasteland vastzat en een eilandenrijk was. En zo verschijnen zij op de noord-westelijke kusten van Europa, op de kusten van de lage landen. Een grote groep blijft achter en de hoofdvloot splitst zich op. In het Oera Linda Boek kunnen we lezen dat ‘zeekoningen’ Inka en Ion verder voeren met hun vloot. Volgens de datzelfde Oera Linda Boek steekt Inka de Oceaan over om naar Amerika te gaan en Jon vaart de Middellandse Zee binnen. Waar ik hem en zijn volk herken als de Ioniërs en de latere Phoeniciërs en Zeevolken!

xxx

xxx

Moderne Hollandsche forten uit onze tijd... 

Zijn de Phoeniciers de Zeevolken?...

Inka is IN.KA en betekent; ‘intense opener’, hij is een ware ontdekkingsreiziger en hij verdwijnt dan ook uit het verhaal en de geschiedenis. Omgekeerd zien we dan AK.NI. en dat betekent; ‘aankomend-turbulent’, ofwel Inka is een pionier, een rouwdouwer die steeds voor actie zorgt. En dat kan slaan op zijn tumultueuze manier van aanpakken. Is deze Inka de grondlegger van het Inca-volk?! Het is mogelijk, want terwijl admiraal Teunis achterblijft in de ‘lage landen’ om daar een machtscentrum op te zetten, vaart admiraal Jon/Ion de Middellandse Zee binnen en nestelt zich aldaar als zeerover lijkt het wel, maar in feite zou hij de oprichter zijn van de Myceense Cultuur op Kreta, de bouwer van de stad Attica (het latere Athena) en de eerste Griekse staat.

Het heeft er alle schijn van dat de godheid Thoth, oudere broer van Marduk, Egypte had verlaten tijdens de piramide-oorlogen. Hij was over de zee gegaan, zo ontdekte ik in Sitchin’s teksten. Zou Thoth de hoge beschavingen in midden- en zuid-Amerika al gesticht hebben, ongeveer 2.200 jaren voor onze jaartelling. En was het de opzet van Inka daar heen te varen? Het blijft voorlopig gissen. Zeekoning Jon verkende de Middellandse Zee en koos een eilandengroep voor de huidige Griekse kust als voorlopige woonplaats. Het gaat hier om de Ionische eilanden. Jon is Ion en hij kan evenals Inka en Minerva aanvoerder van een grote familie-clan geweest zijn. Zo bleven vele familieleden van Ion ook achter op de Nederlandse kusten en zouden we de Friezen kunnen onderverdelen in Friezen...

Toth naar Mexico

de Hollanders en de Zeeuwen, die we ook kennen als de Jannen of Ioniërs. Later duikt de naam nog op van een nieuwe stad van de Friezen in Brittannia, Troje of Troja geheten, wat ‘Trouw-aan-Ion’ betekent (trouwjan, de trojanen). Dat die ‘Jannen’ goede zeelui waren komt nog naar voren in een Nederlands gezegde; ‘Vroeger had men houten schepen en ijzeren Jannen, tegenwoordig hebben we ijzeren schepen en houten Jannen’. Die zeevolken op de kusten van de latere Nederlanden wordt later onderscheiden in 3 groepen; A - die van de zeekampers (soldaten-Sicambri), B - de stuurlui, die mogelijk de ontdekkingstochten ondernamen (handelsvloot - Sturli) en C - de vissers, de angelaren (Angli). De namen tussen de haakjes zijn de Romeinse benamingen van later en je zou kunnen stellen...

dat 1.600 jaren na de komst vanuit Finland en Estland, de bewoners van de Nederlandse, Duitse en Deense kusten nog befaamd zijn om hun maritieme kennis en vaardigheden. U moet zich voorstellen dat Europa zeer dun bevolkt was toen de Munabtutu daarheen trokken. Ruim 4.200 jaren geleden was de enorme catastrofe, die wij kennen als de zondvloed, nog maar net 7.000 jaren achter de rug en was de wereld nog dun bevolkt. Na die zondvloed werd vanuit oost-Anatolië en de Kaukasus, waar Noach geland zou zijn, de wereld langzaam maar zeker weer bevolkt. Van daar daalden de mensen weer af naar de vlakten. Zo werd Mesopotamië het eerst bewoond en samen met de goden werden de Sumerische steden weer herbouwd en bewoond door mensen en goden. Meer de volgende keer...

Evert Jan Poorterman 

Delen tekst zijn overgenomen uit de Statenvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem - 1987 (350 jaren Statenvertaling 1637-1987). Ik dank Carolus Verhulst; oprichter van Uitgeverij Mirananda te Wassenaar, voor het uitgeven van Sitchin's boek en voor zijn bijdrage als vertaler van de tekst, mijn ouders, mijn gidsen en onderzoekers en schrijvers als Immanuel Velikovsky, Erich von Däniken, Robert Charroux, Zecharia Sitchin, Alan Alford, Ernst Gideon, Iman Wilkes, de schrijvers danwel samenstellers van het Oera Linda Boek en tal van andere pioniers zoals Jan van Gorp (Iohannes Goropius Becanus, geboren te Hilvarenbeek, 1518-1572), Simon Stevin van Bruggen (Brugge, 1548-1620), Berend Willem Hietbrink (Maastricht 1943-...), Hylke Welling (1933 - ...), Michel de Nostradame (St. Rémy, 1503-1566), Pieter van der Meer en Alex Onbekend en Ansi mijn mentor en taalmeester en anderen die mij inspireerden...

Voor vragen en/of suggesties kun je Evert Jan rechtstreeks mailen op evertjan(apestaart)niburu.co

EVERT JAN POORTERMAN/NIBURU.CO

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl