Kosmische straling die is opgevangen op de Zuidpool lijkt van verschillende bronnen afkomstig te zijn in plaats van dat deze gelijkmatig is verspreid door de ruimte.

Wetenschappers van het IceCube Neutrino Observatorium hebben geen idee waar de straling precies vandaan komt. De bundels moeten afkomstig zijn van een bron op minder 0,03 lichtjaar van de Aarde, maar daar lijkt op het eerste oog niets te bestaan.

IceCube detecteert muonen die ontstaan doordat neutrino’s het ijs raken, maar het observatorium detecteert tevens muonen uit kosmische straling die in aanraking komen met de atmosfeer van de Aarde. Door middel van de muonen kan de locatie van de oorspronkelijke deeltjes worden gevonden.

Mysterie

Tussen mei 2009 en mei 2010 heeft IceCube 32 miljard muonen opgevangen uit kosmische straling. Het werd gelijk duidelijk dat aan de hemel bepaalde gebieden zijn met veel kosmische straling (hotspots) en gebieden met weinig (coldspots).

Aan de noordelijke hemel is eenzelfde beeld geconstateerd door het Milagro Observatorium in Los Alamos in de Amerikaanse staat Nieuw-Mexico en de Tibet Air Shower Array in Yangbajain.

De wetenschappers staan perplex omdat de hotspots op minder dan 0,03 lichtjaar van de Aarde moeten worden geproduceerd. Op grotere afstanden zouden galactische magnetische velden de deeltjes afbuigen zodat ze gelijkmatig zouden worden verdeeld over de hemel. Men kan binnen 0,03 lichtjaar echter geen bronnen voor de hotspots ontdekken.

Eén van de hotspots wijst in de richting van het restant van de Vela supernova, een mogelijke bron van kosmische straling. De supernova staat echter op zo'n 1.000 lichtjaar van de Aarde. Volgens enkele wetenschappers is het alsof zich ergens in ons zonnestelsel een deeltjesversneller bevindt.

De rijk geïllustreerde studie is hier in zijn geheel te downloaden.

Bronnen: Newscientist.com en Dailygalaxy.com