Alleen is onze ziel ernstig vervuild geraakt door onze omgang met de materie.
Vandaag een heel interessante bijdrage van Erick van Dijk, met aan het eind een door hem ondertitelde documentare in 2 delen.
De oorspronkelijke Indiase cultuur, beter Vaishnavisme genoemd dan Hindoeïsme, staat zo ver verwijderd van de Westerse dat die kloof bijna onoverbrugbaar lijkt. Het zijn tegenpolen. Waar in het Westen nagenoeg alles draait om geld en materieel bezit staat in het Vaishnavisme God centraal in alles. Dat is dan weer het mooie van het woord in de Nederlandse taal. Godsdienst. Want dat is de kern, dienst aan God.
Niet van het soort dat eeuwenlang heerste in het Westen. “Geloof wat wij zeggen, anders hoor je er niet bij.”
Misschien waren zij niet bekend met de uitdrukking “breng in de praktijk wat je predikt.” Ik ben geen expert, ik heb nooit de hele Bijbel van kaft tot kaft gelezen. Maar ik durf met aardige zekerheid te stellen dat er nergens staat dat God het OK vindt als priesters zich aan kinderen vergrijpen … Of dat de Kerk behulpzaam moest zijn in het helpen ontsnappen van vele oorlogsmisdadigers na de Tweede Wereldoorlog …
Wat misschien nog moeilijker te aanvaarden zal zijn is dat de oplossing zo eenvoudig is. Iets wat iedereen kan. Het herhaaldelijk opzeggen van een paar zinnetjes. Kan toch niet … br />
De kern van de Veda’s, die in totaal een miljard verzen beslaat, heel kort door de bocht uitgelegd.
Onze ziel, datgene wat we in werkelijkheid zijn, eeuwig, gelukzalig en vol kennis en afkomstig uit de spirituele wereld, zit opgesloten in het materiële lichaam. Ze is vervuild geraakt door onze omgang met de materie. Je kunt het je voorstellen als een spiegel waarop zich eeuwen van stof heeft afgezet. Zo dik is de laag dat je niet eens kunt zien dat het een spiegel is.
“Mantra,” uit het Sanskriet, de oorspronkelijke taal van India, betekent “bevrijdende spreuk.” De Hare Krishna mantra wordt ook Maha mantra genoemd. “Maha” betekent “groot.” De grote bevrijdende spreuk dus.
De mantra kun je vergelijken met een poetsdoek. Elke herhaling van de mantra is als een streek over het stof op de spiegel met de poetsdoek. Blijf je dit volhouden en voorkom je dat zich nieuw stof afzet dan zal uiteindelijk de spiegel schoon worden.
Of, wanneer je het principe begrijpt van de verhuizing van de ziel na het fysieke overlijden, je hebt uit de Bhagavad Gita kennis genomen van onze werkelijke spirituele aard en het verschil tussen de materiële en de spirituele wereld, en je hebt besloten dat je hier in een volgend leven niet meer terug wilt komen, dan chant je de mantra om je ziel schoon te poetsen.
Het resultaat hiervan is dat je je eeuwige relatie met de Allerhoogste gaat herinneren. Voor de tijd die je in dit materiële bestaan nog rest herstel je die relatie door God, Krishna, welke naam ook, het is één en dezelfde Allerhoogste Persoon, tot het centrum van je leven te maken.
Volgens de Bhagavad Gita wordt je volgende leven bepaald door je gedachte op het moment van de dood. Door God het middelpunt van ons leven te maken zullen we aan Hem denken als het onze tijd is. En wordt waar Hij verkeert, de spirituele wereld, onze bestemming. Dan zijn we thuis …
Deel 2 is hier te bekijken.