Verwarring over 5G aansprakelijkheidstelling bestuurders

Vorig jaar is er door de Nationale Bond tegen Overheidszaken (NBO) een actie gestart om bestuurders die actief meerwerken bij de uitrol van 5G persoonlijk aansprakelijk te stellen.

Nu verschijnt er echter een bericht dat de actie van NBO niet zou werken en dus ontstaat er verwarring die uiteraard zo snel mogelijk de wereld uit moet.


In oktober vorig jaar publiceerden wij een artikel met daarin een aankondiging van een claimprocedure tegen bestuurders die meewerken aan de uitrol van 5G in Nederland.

De procedure was bedacht door de Nationale Bond tegen Overheidszaken onder leiding van voorman Jordy Zwarts, de man die al eerder succesvol was met een procedure om onder "de verplichte zorgverzekering" uit te komen.

Nu verschijnt er een persbericht van de NBO waarin Zwarts vertelt dat er een website is die een artikel publiceert waarin staat dat de procedure van de NBO niet werkt en dat zij de actie niet langer steunen.

Ze geven daarbij het volgende voorbeeld:

Stel, iemand stuurt u ongevraagd een kunstwerk toe met een briefje waarop staat: “Dit kunstwerk kost EUR 10.000. Als u het niet binnen twee weken terugstuurt, gaan wij ervan uit dat u het kunstwerk wilt kopen.” U doet even helemaal niks en na twee weken krijgt u een factuur voor EUR 10.000. Moet u die factuur betalen? Nee natuurlijk niet. U bent nooit akkoord gegaan met het aanbod, er is dus geen koopovereenkomst tot stand gekomen.

De constructie van de Bond is gebaseerd op de gedachte dat er in zo’n geval wél een overeenkomst is tot stand gekomen. Die constructie houdt namelijk het volgende in: iedere deelnemer schrijft de betrokkenen bij 5G een brief waarin men zegt dat, wanneer 5G daadwerkelijk wordt ingevoerd, de betrokkene daarvoor een bepaald bedrag per dag als schadevergoeding dient te betalen. Er wordt een contract bijgevoegd. Als de betrokkenen dan niet reageren, zijn zij verplicht om de genoemde schadevergoeding te betalen. Tenminste, dat is wat de NBO meent. Wat de Bond hierbij uit het oog verliest, is dat de persoon die aangeschreven is, nooit akkoord gegaan is met het contract en daaraan dus niet gebonden is. Wij steunen daarom de actie van de Nederlandse Bond niet langer.


Het antwoord hierop van Zwarts is heel eenvoudig en legt uit waarom er in dit geval wel degelijks sprake is van een situatie waarbij je iemand aansprakelijk kan stellen.

In het geval van 5G is echter iets anders aan de hand. In dit geval heeft iemand géén keuze. Ieder van ons wordt gedwongen een persoonlijke dienstbaarheid (onderdanigheid aan dienstverlening) te accepteren. Het Burgerlijk Wetboek is er heel duidelijk in dat als iemand heeft aangegeven dat hij die persoonlijke dienstbaarheid niet duldt, en vervolgens toch tot die dienstbaarheid wordt gedwongen, er een onrechtmatige daad ontstaat.

Verder meent de bewuste website dat het geen zin heeft om bestuurders aansprakelijk te stellen, maar dat je je moet richten op de provincie en gemeente:

De staat, de provincies en gemeentes zijn rechtspersonen. Deze bestuurders kunnen zich verschuilen achter die rechtspersoonlijkheid. Daarom heeft het geen zin om hen persoonlijk aansprakelijk te stellen.

Bestuurders kunnen wel degelijk aansprakelijk worden gesteld voor hun handelen, echter alleen als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan:

Volgens vaste rechtspraak moet de bestuurder een ‘ernstig verwijt’ kunnen worden gemaakt, in die zin dat een redelijk handelend en ervaren bestuurder in dezelfde omstandigheden van de bestreden beslissing had afgezien.

Wanneer dan een bestuurder op de hoogte is gesteld van de gevaren van 5G voor de volksgezondheid en hij gaat desondanks toch verder met het meewerken aan de uitrol van 5G, dan is voldaan aan bovengenoemde voorwaarde en kan deze persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Daarnaast heeft het persoonlijk aansprakelijk stellen een heel belangrijk psychologisch effect. Als de provincie of de gemeente aansprakelijk wordt gesteld, zal daar echt geen hond van wakker liggen. Als bestuurder Jansen of De Wit een persoonlijke aansprakelijkheid stelling ontvangt, dan liggen ze daar wel degelijk wakker van. Want dan opeens betreft het hen en kunnen ze zich niet langer verschuilen achter provincie en gemeente. 

Wat ons betreft is de methode van de NBO de enige manier om bestuurders te dwingen niet langer mee te werken en lijkt het ons dat hoe meer mensen meedoen, des te beter. Bovendien is het belangrijk dat er geen verwarring ontstaat en is het zinvol dat als er mensen zijn die twijfelen aan bepaalde zaken om eerst contact op te nemen met Zwarts, voordat er uit de heup wordt geschoten en straks niemand meer iets doet omdat ze in verwarring zijn.

Hierna volgt het persbericht van de NBO:

Persverklaring Jordy Zwarts

Reactie op slordig artikel over 5G-actie

Advocaten kunnen zich maar beter openstellen voor andere ziens- en werkwijzen en journalisten doen er goed aan feiten en beweringen op juistheid te controleren voordat ze die publiceren. Jordy Zwarts, voorzitter van de Nationale Bond tegen Overheidszaken, reageert op een slordig artikel dat onlangs in de onafhankelijke media is verschenen.

Jordy Zwarts:

De Nationale Bond tegen Overheidszaken krijgt af en toe te maken met kritische vragen van mensen die kennis hebben genomen van onze 5G-actie. Wij vinden dat niet vervelend, maar juist prettig. Als mensen kritische vragen stellen betekent dit dat ze aan het denken zijn gezet en willen leren. Dat beoordelen wij als positief, omdat wij als mensheid bereid moeten zijn om te leren. Als we ons vervolgens gedragen, dus dingen doen, naar wat we hebben geleerd, dan komen we met zijn allen verder. Je kunt zonder meer stellen dat mensen die acties uitvoeren naar wat ze hebben geleerd – ervan uitgaande dat hun inzichten op waarheid berusten – wijze mensen zijn.

Sinds ik in 2007 in conflict kwam met VGZ over een zorgverzekering die het bedrijf mij wilde opleggen, heb ik enorm veel over het recht en het rechtssysteem geleerd. In de loop der jaren heb ik veel advocaten, juristen en deskundigen gesproken en geraadpleegd. Met een aantal van hen ben ik gaan samenwerken en kennis gaan uitwisselen. Dit heeft geresulteerd in een unieke manier om van het recht gebruik te maken, gebaseerd op de inhoud van dat recht en ervaringen die daarmee in de praktijk zijn opgedaan.

De Nationale Bond tegen Overheidszaken neemt het fundamenteel recht als vertrekpunt. Het recht heeft als leidend principe dat ieder mens zelf het hoogste gezag is. Zeer veel advocaten beseffen niet hoe machtig dit principe is. Niemand mag gedwongen worden ergens afspraken over te maken als die dat niet wil. Op basis van dit principe heb ik vorig jaar mijn rechtszaak tegen VGZ gewonnen. Anderen uit het netwerk van de Bond hebben soortgelijke successen behaald.

De mogelijkheden van het recht die wij met de Bond benutten, heeft de advocatuur decennialang laten liggen. Het verbaast mij niet dat advocaten uit de gevestigde orde, die vaak dezelfde werkwijzen zijn blijven volgen, niet graag erkennen dat ze die mogelijkheden over het hoofd hebben gezien. Advocaten kunnen gevoelens van trots en eer koesteren, die mogelijk hun analysevermogen beperken. Ze kunnen oude denkpatronen dan niet loslaten. Misschien vinden ze dat ze de belangen van hun beroepsgroep moeten verdedigen. Als de Bond successen blijft behalen, zal het werk van sommige advocaten immers overbodig worden.

Ik heb kennisgemaakt met advocaten die koste wat het kost géén kennis willen nemen van de werkwijzen die wij met de Bond hanteren en verder aan het ontwikkelen zijn. Het valt mij op dat deze advocaten niet op de inhoud ingaan. Ze nemen niet de moeite om zich in andere ziens- en werkwijzen te verdiepen en te beargumenteren waarom deze niet zouden deugen. Er worden geen vragen gesteld, maar stellingen geponeerd. Het eigen gelijk staat voorop.

Een recent voorbeeld hiervan is een artikel dat op een onafhankelijke nieuwswebsite is gepubliceerd over onze 5G-actie. Dit artikel is een coproductie van de betreffende auteur en een oud-advocaat die met lezers in contact wil komen en hen mogelijk zijn diensten wil aanbieden. Beweerd wordt dat ‘de constructie’ van de Bond niet klopt. Wat die constructie volgens de twee precies inhoudt, wordt in het artikel niet uitgelegd. Geprobeerd wordt om het doorwrochte, uitgebreide en weldoordachte juridische document dat wij hebben opgesteld, als betekenisloos weg te zetten.

De beide heren vallen de Bond aan op het feit dat wij een verbintenis claimen te hebben met telecomproviders op het moment dat zij het 5G-netwerk activeren. De auteur en oud-advocaat maken een vergelijking met een kunstwerk dat bij iemand wordt bezorgd met een brief erbij dat als de ontvanger het kunstwerk niet binnen twee weken terugstuurt, er sprake is van een koopovereenkomst. Daarvan kan geen sprake zijn, schrijven zij, omdat de ontvanger nooit met de koop (‘het aanbod’) akkoord is gegaan. Natuurlijk hebben zij hierin gelijk. De ontvanger van het schilderij kan kiezen of hij het schilderij wil kopen of niet. Gaat hij niet akkoord, dan is er geen overeenkomst en is hij nergens toe verplicht. a

Wij, de Bond, stellen dat wanneer een telecomprovider het 5G-netwerk activeert, er op dat moment sprake is van een onrechtmatige daad wegens die niet-gedulde persoonlijke dienstbaarheid. Er moet dan wel sprake zijn van financiële schade. Als iemand aantoonbaar een onrechtmatige daad tegen een ander pleegt, is er te allen tijde sprake van een verbintenis die bestaat uit een recht op vergoeding van de financiële schade. Wat wij doen, is aangeven welke vergoeding wij eisen als compensatie voor het zijn van een onvrijwillig proefpersoon in het 5G-experiment.

De auteur en de oud-advocaat noemen verder geen argumenten voor hun standpunt dat ze onze 5G-actie ‘niet langer’ steunen. Ze doen nog wel wat beweringen met een stelligheid die wij als Nationale Bond tegen Overheidszaken niet snel voor onze rekening zouden nemen. Sommige redeneringen getuigen van te weinig inzicht in ons rechtssysteem. Bestuursrecht is iets anders dan civiel recht. Deze twee rechtsgebieden mogen elkaar niet doorkruisen. Iemand mag bijvoorbeeld niet vanuit het bestuursrecht gedwongen worden om in het civiel recht te handelen.

Op dezelfde manier kan iemand zich niet altijd verschuilen achter bepalingen in het bestuursrecht als die zich moet verantwoorden in het civiel recht. Als een bestuurder wordt gewaarschuwd dat hij een onrechtmatige daad begaat wanneer hij een voorgenomen besluit doorzet, dan is het mogelijk die bestuurder persoonlijk aansprakelijk te stellen wanneer hij dat besluit ten uitvoer laat brengen. De bestuurder heeft dan geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zich van het besluit te verschonen. Wanneer een bestuurder eerder is gewaarschuwd voor zijn onrechtmatige daad kan het dus zin hebben om hem persoonlijk (civielrechtelijk) aansprakelijk te stellen. De auteur en de oud-advocaat weten echter niet beter dan dat bestuurders zich altijd achter rechtspersonen (staat, provincies, gemeenten) kunnen verschuilen. Daarom is het volgens hen zinloos om die bestuurders persoonlijk aansprakelijk te stellen. Dat zien ze dus verkeerd.

Opmerkelijk is dat de auteur en oud-advocaat enerzijds beweren dat het geen zin heeft om bestuurders van de staat, provincies en gemeenten persoonlijk aansprakelijk te stellen, maar dat de oud-advocaat anderzijds in zijn ‘modelbrief voor de doe-het-zelver’, die gestuurd kan worden naar gemeentebestuurders, het volgende schrijft: ‘Mocht die laatste situatie zich ooit gaan voordoen, dan houd ik u daarvoor reeds nu persoonlijk aansprakelijk.’ De oud-advocaat spreekt zichzelf dus tegen.

Zoals ik zei vinden wij het prettig als mensen vragen stellen en willen leren. Zo stellen wij ons ook op. Wij staan open voor (opbouwende) kritiek van anderen en staan ook open voor discussie. Wij pretenderen niet alles van het recht te weten, maar wel dat wij unieke kennis en vaardigheden op het gebied van het recht bezitten en dat we veel kunnen betekenen in de strijd voor een vrije samenleving. Ik vind het erg jammer, en bezwaarlijk, dat mensen over het werk van de Bond publiceren zonder te verifiëren of hun beweringen kloppen.

In de journalistiek is het toepassen van wederhoor een belangrijk principe. De reden hiervoor ligt in het belang van dit principe voor waarheidsvinding. Feiten moeten correct zijn en daarom moeten ze worden gecontroleerd. De auteur van het besproken artikel heeft dit nagelaten. Hij heeft geen wederhoor toegepast, terwijl hij beschikte over mijn telefoonnummer en mij zelfs in het verleden al enkele keren had gesproken. Kennelijk vond hij het niet belangrijk om aan waarheidsvinding te doen. Dat geeft te denken. Ik heb overigens gisteren meermalen geprobeerd hem te bellen, maar dat bleef zonder resultaat.

Het is te hopen dat de Nederlandse onafhankelijke media, waar wij gelukkig (en daar zijn wij dankbaar voor) veel steun van ontvangen, geen voorbeeld nemen aan de werkwijze van de auteur in kwestie. Dergelijke ‘journalistiek’ bezorgt de onafhankelijke media een slechte naam. De oud-advocaat zou zich kunnen openstellen voor andere ziens- en werkwijzen. Het is maar goed dat wij als Nationale Bond tegen Overheidszaken het voortouw hebben genomen in de strijd voor het herstel van de rechtsstaat. Als wij op de gevestigde advocatuur hadden moeten wachten, dan gebeurde er waarschijnlijk pas iets als de Nederlandse samenleving definitief ten prooi was gevallen aan de hebzucht van het multinationale bedrijfsleven en de ongewenste dwang van de overheid.

9 februari 2020
Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl