Ouders die al jaren beweren dat hun kinderen met het label ADHD creatiever zijn krijgen nu steun van de wetenschap.
Een nieuwe studie concludeert dat kinderen die zijn bestempeld met ADHD versterkte creatieve vermogens hebben.
Een nieuwe studie die op woensdag is gepubliceerd in het Journal of Personality and Individual Differences levert bewijs voor de inmiddels populaire theorie dat Attention Deficit Hyperactivity Disorder juist gepaard gaat met toenemende creativiteit.
Open en gesloten
Het verband tussen ADHD en creativiteit was vaak niet meer dan een gerucht totdat Dr. Holly White en haar collega Priti Shah aan de Universiteit van Michigan vastbesloten waren onderzoek te doen naar het waarheidsgehalte van het verband.
Zij kwamen tot de conclusie dat de participanten met ADHD bleken te beschikken over sterkere creatieve vermogens dan participanten zonder ADHD. Daarnaast bleken ze ook beter in staat op een creatieve manier problemen op te lossen.
Creativiteit valt nog vaak onder de categorie ‘we weten iets wanneer we het zien’. Deze definitie sluit niet aan bij de moderne wetenschap. De laatste jaren richten tests die creativiteit meten zich op divergerend en convergerend denken.
Onder divergerend denken wordt verstaan dat men spontane, vaak onverwachte ideeën of oplossingen kan genereren. Bij convergerend denken gaat het juist om het beperken van je opties tot één correct antwoord. Studies hebben namelijk al wel aangetoond dat kinderen met het label ADHD uitblinken in divergerend denken.
Deze classificaties kunnen echter nauwelijks omvatten wat bedoeld wordt met het begrip creativiteit. Ze kunnen moeilijk worden vertaald in de veranderende wereld. Dit wilden White en haar collega’s meenemen in hun nieuwe onderzoek: is ADHD geen aandoening maar heeft het juist de heilige graal van voordelen?
Hogere scores
Aan het onderzoek deden 60 studenten aan de Universiteit van Memphis mee, waarvan precies de helft de diagnose ADHD had gekregen.
Eén van de taken die de participanten kregen was het invullen van de Creatieve Archievement Questionnaire. Het gaat om uiterst specifieke vragen over prestaties met betrekking tot 10 verschillende domeinen, zoals drama, humor, wetenschap, literatuur en koken.
Nadat de scores van de 10 domeinen waren verzameld zagen White en haar team dat de participanten met ADHD significant hogere scores hadden behaald dan de participanten zonder de diagnose.
White zei dat ze een interessant en duidelijk patroon zag, wat niet was opgenomen in de studie. Participanten met de diagnose ADHD blonken bij bepaalde domeinen uit (vooral kunst) en bij andere niet.
Ideeën en inzichten aandragen
Het andere deel van de studie bestond uit het zogenaamde FourSight Thinking Profile, ontwikkeld om voorkeuren voor elke fase in het creatief oplossen van problemen te verkennen. De test verdeelt het op een creatieve manier oplossing van problemen in vier fasen: verklaren, brainstormen, ontwikkelen en verfijnen van ideeën en het implementeren van de oplossingen.
Na de studie werd duidelijk dat participanten met een ADHD diagnose veel meer gericht waren op het brainstormen en het ontwikkelen en verfijnen van ideeën, terwijl participanten zonder een ADHD diagnose voornamelijk keken naar het verklaren, rationaliseren.
Medicatie zinloos
White concludeerde voorts dat ze geen significante verschillen kon ontwaren tussen studenten die medicatie gebruiken en studenten die geen medicijnen krijgen voorgeschreven. Dit is een interessant vraagstuk waar White nog geen antwoord op heeft.
Voor de ontdekte verschillen denkt White aan het fenomeen inhibitie. Het label ADHD wordt geassocieerd met het toegang hebben tot veel verschillende ideeën op hetzelfde moment, waardoor meer potentiële processen kunnen worden geactiveerd en minder opties worden uitgesloten. Inhibitie kan een mentale muur plaatsen tussen iets dat zich recht voor je bevindt en andere mogelijkheden. Juist dit remmen en onderdrukken is altijd aangeleerd op school.
Bron: Thedailybeast.com