Er wordt hard gewerkt om de verkoop van auto’s met verbrandingsmotoren aan banden te leggen.
Alles moet elektrisch is het motto, maar dat kan helemaal niet.
Eén van de grote problemen met een bevolking die zich ‘laat sturen’ door de mainstream nieuwskanalen is dat ze ieder vermogen om zelf logisch te kunnen nadenken geleidelijk kwijtraken.
En toch komen er in diezelfde mainstream media ook af en toe stukjes voorbij die de grootste slaapkop zouden moeten wakker schudden.
Maar, zelfs dat gebeurt niet. Men slaapt rustig verder.
Zo staat er woensdag een interessant artikel in de Telegraaf waarin Europarlementariër Rob Roos uitlegt dat het helemaal niet mogelijk is dat iedereen straks elektrisch gaat rijden.
Wij schreven eerder al dat dit niet zou kunnen vanwege het enorme gebrek aan grondstoffen zoals kobalt en lithium.
Er is simpelweg niet genoeg van bovengenoemde elementen om eens in de tien jaar alle autobatterijen te kunnen vervangen.
Naast bovenstaande komt Roos nog met een aantal goede argumenten waarom elektrisch rijden voor iedereen straks simpelweg niet haalbaar is.
Als de plannen van de EU allemaal doorgang vinden, dan worden er vanaf 2035 geen nieuwe auto’s meer verkocht met verbrandingsmotoren en worden mensen op die manier gedwongen om over te stappen op een elektrische auto.
Om aan de elektriciteitsvraag voor die auto’s te kunnen voldoen moet tegen 2035 de capaciteit van het elektriciteitsnet met zo’n 25 procent worden uitgebreid. Dat, in een tijd waarin wij juist steeds meer gebrek aan energie krijgen.
Dus, waar moet die extra uitbreiding vandaan komen?
Daar komt bij dat die extra te verkrijgen energie ook nog eens CO neutraal moet zijn, hetgeen de keuzes alweer drastisch beperkt. Dat betekent dan weer dat die extra energie afkomstig moet zijn van windmolens of zonnepanelen.
Daar komt nog een keer bij dat de EU fossiele brandstoffen massaal wil terugdringen.
Alleen al hierdoor lijkt de verplichte elektrificatie van auto’s totaal onmogelijk.
Maar, er doemen nog veel meer problemen op.
De EU heeft als doelstelling dat er per 2030 minimaal 30 miljoen elektrische auto’s zijn in het gebied van de EU. Dat betekent weer dat er tot 2030 ongeveer 20 keer meer laadpalen nodig zijn dan nu het geval is.
Op dit moment zijn er 350.000 laadpalen binnen de EU en 70 procent daarvan bevindt zich in Nederland, Duitsland en Frankrijk.
Dat betekent weer dat er tot 2030 ongeveer 6,5 miljoen laadpalen bij moeten komen. Niet alleen is dat een geweldige opgave en investering, maar dat veroorzaakt direct weer een ander groot probleem.
Dat probleem is dat de elektriciteitsnetwerken dit soort uitbreiding niet aankunnen.
Dit betekent dan weer dat er overal in Europa meer en dikkere kabels moeten worden gelegd.
Op dit moment is er zelfs al sprake van een aansluitstop voor nieuwe bedrijven in sommige delen van Limburg en Noord-Brabant.
Tegelijkertijd blijkt dat de Europese Commissie de export van verbrandingsmotoren naar landen buiten Europa wil stimuleren.
Kortom, je hoeft echt geen Einstein te heten om te kunnen begrijpen dat de gewenste plannen simpelweg niet uitvoerbaar zijn.
Behalve, als je wilt dat er straks bijna niemand nog in een auto kan rijden. Dan zijn de plannen heel effectief, want het zal inhouden dat er straks ieder jaar minder mensen zich nog een auto kunnen permitteren.
Het is dan ook niet voor niets dan het kabinet meer gaat investeren in het openbaar vervoer dan in het bouwen van nieuwe wegen.
Het kabinet gaat miljarden investeren in het openbaar vervoer, vooral op plaatsen waar nieuwe woningen zullen verrijzen. Met deze miljardeninvestering wil het kabinet voorkomen dat toekomstige bewoners de auto worden ingejaagd omdat er (nog) geen ov voorhanden is, zoals gebeurde na de oplevering van de eerste Vinex-wijken rond de eeuwwisseling.
Ze weten gewoon dat er straks veel en veel minder mensen in een auto zullen rijden.
Dit wordt iets voor partijfunctionarissen en hoge ambtenaren. Net zoals dat het geval was in de Sovjet Unie, de blauwdruk voor onze toekomstige maatschappij.