Elite on the loose: onder Minerva-minister Ard van der Steur krijgen studentencorpora carte blanche te mishandelen, verkrachten en zelfs te moorden.

Sterker: dit gedrag wordt 'beschermd als cultuurgoed'.



Door Micha Kat

Na een vermoeiende en enerverende groentijd in september 1966 moesten er door de ongeveer 300 foeten jaarclubs gevormd worden bij het Leisch Studenten Corps (LSC). Er moesten eerst clubkernen van ongeveer 10 heren gevormd worden. Onze eerste kern bestond uit de volgende Heeren: Peter Andreoli, Guus Bloem, Rudolf de Blij, Rob Bölger, Job Gregory, Kees van Kuijk, Hans Lippmann, Hans Nortier, George Padberg, Ted van der Valk en Jan Hein Weijers. De tweede clubkern had de volgende leden: Jan Aart Baan, Jaap de Bruijne, Menzo Bunge, Joris Demmink, Erik van Emden, Rob Funke, Menno Horning, Bernd Seckel, Siemen Sleeswijk Visser en Hans Vrijland. Na wat heen en weer gekonkel fuseerden deze twee kernen tot een jaarclub die als naam kreeg BOULE NOIRE. De naam en het logo werden door Hans Vrijland voorgesteld. Het jaarclublied werd door Job en Rob gecomponeerd.

Wegens het overlijden van een jaargenoot (Alexander Furnee) tijdens de schelpenkarrentocht tussen Katwijk en Noordwijk werden alle eerstejaars-jaarclubs van het LSC tegelijkertijd geinaugureerd eind november 1966.

Aldus de tekst op een url die vorige week naar boven kwam in het kielzog van een ontgroenings-affaire bij het Groningse studentencorps waarbij een 'foet' 'door een geweldsincident tijdens de ontgroening hersenletsel opliep'. Op Twitter meldde Talk2Myra: Ach ja...ontgroening en een jaargenoot van #Demmink heeft het niet overleefd, met daarbij de link naar de url die de 'eerste jaren' beschrijft van Minerva-jaarclub BOULE NOIRE. Via de zoekmachine Delpher wordt de overlijdensadvertentie van Furnee snel gevonden. Onder de opvallende tekst volstrekt enige kennisgeving lezen we: Heden ontviel ons tot onze diepe smart ten gevolge van een noodlottig ongeval onze lieve Zoon, Stiefzoon, Broer, Zwager en Oom Alexander Furnee op de leeftijd van 19 jaar. Over de 'schelpenkarrentocht' in het kader van de Minerva-ontgroening vinden we geen verdere informatie, maar via Google Afbeeldingen zien we wat een 'schelpenkar' is.

We kunnen ons voorstellen dat een wilde 'tocht' in deze aftandse vehikels tot acute levensbedreigende situaties kan leiden, zeker als er veel drank in het spel is. Is Alexander uit zo'n kar gelazerd en overreden door de volgende karren in de stoet waarop foet Demmink, de latere topman van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, lallend het glas hief terwijl de botten van zijn jaargenoot werden vermalen onder de enorme wielen van zijn schelpenkar?


xxx

Hoeveel doden er in ons land te betreuren zijn als gevolg van ontgroeningen is niet bekend. Dat soort dingen worden in Nederland namelijk niet bijgehouden. Nederland mag namelijk niet weten dat de super-elite die 'over ons waakt' is 'opgeleid' in een leerschool van verkrachting, vernedering, mishandeling en zelfs moord -dit natuurlijk om ze voor te bereiden op hun 'taak' in het landsbestuur die voornamelijk bestaat uit het verkrachten van het 'klootjesvolk'. Enige bekendheid geniet de 'roetkap-affaire' uit 1965 bij het corps in Utrecht. Op Wikipedia lezen we:

De student, jonkheer David Rutgers van Rozenburg, kreeg een roetkap opgezet die per abuis niet behandeld was met het gebruikelijke steenkoolroet, maar met petroleumroet, waardoor hij stikte. De lankmoedige wijze waarop deze affaire door justitie werd behandeld en de relatief lichte straffen voor de bestuursleden van Tres stond in scherp contrast met de felle reactie van justitie op ludieke acties van Provo en leidde tot beschuldigingen van klassenjustitie. Omdat de rechters en de officier reünisten van studentencorpora waren sprak men van "klassenjustitie". De loopbanen van de veroordeelde studenten hebben later niet onder de veroordeling geleden.

Een stuk schimmiger is de 'hockeybal-affaire' waarbij een dronken ouderjaars de schedel van een foet gebruikte als golf-tee en in plaats van de bal het hoofd van de foet raakte. Deze poging tot moord werd vrijwel volledig doodgezwegen en was slechts bekend in de kringen van de studentencorpora waartoe ook de auteur van dit stuk behoort. Youp van 't Hek noemt de affaire in 1999 in een column in NRC Handelsblad: Ach ja, de rijkeluishooligans. Het ene jaar is het een roetkap, het andere jaar raakt er eentje zwaar gewond omdat een dronken corpsbal bij een foet een hockeybal van zijn kop moet slaan, dan gaat het weer om een dooie na de consumptie van een hele fles jenever. Niet eens bekend is bij welk corps deze affaire zich heeft afgespeeld! Waarschijnlijk is de dader later president geworden van een gerecht of hoofdofficier van justitie.

De 'dooie na de consumptie van een fles jenever' waar Van 't Hek het over heeft verwijst naar een affaire in -alweer-Groningen uit 1997 toen foet Reinout Pfeiffer het leven liet toen hij werd gedwongen een hele fles jenever in een keer leeg te drinken. Deze affaire was met name explosief omdat de vader van Reinout een prominent lid was van de toga-mafia en een Minerva-man, net als Joris Demmink, Ivo Opstelten en de halve kabinetten onder Rutte -pa Pfeiffer werkt(e) als notaris voor de elite bral- en plunder-kantoren Nauta Dutilh en Loyens & Loeff. Dit schreef Trouw een jaar later over deze affaire:

Bijna smeekt de vader het hardop. 'Alsjeblieft, niet weer beginnen over de betrokkenheid van het studentencorps.' Als de onvermijdelijke vraag toch is uitgesproken, schuift hij subiet zijn bureaustoel naar achteren. Hij neemt afstand, letterlijk. "Vindicat treft geen enkele blaam." Hij is zelf lid geweest van het Leidse studentencorps en weet 'precies' wat zich daar afspeelt. "Ik begrijp niets van alle vooroordelen. Ik heb er heerlijke herinneringen aan over gehouden. Dat gevoel van verbondenheid. De stimulans om het ver te brengen in de maatschappij." Als zijn jongste in navolging van zijn oudere broers ook corpslid wil worden, mag dat, 'natuurlijk'.

Kwestie van loyaliteit..... toch? Niet aan je zoon en aan je gezin, maar aan de satanische martel- en verkrachtings-netwerken die in de studenten-jaren worden gevormd en waarin de 'elite' van ons land wordt 'opgeleid'. Dit is de sfeer, dit is de achtergrond, dit is de 'opleiding' die de man heeft gevolgd die ons land reeds vanaf medio jaren '90 ongekende schade en ellende zou brengen: Joris Demmink.

De 'elite' zit intussen best in de maag met het bekend worden van de 'affaires' op de studenten-corpora. Natuurlijk, het OM geeft de corpstudenten carte blanche, dat was al zo in de tijd van de Roetkap-affaire. Dat het OM onder de directe verantwoordelijkheid van Minerva-minister Van der Steur na de recente Groningse zaak het volgende laat weten:

Het Openbaar Ministerie 'is bezig met' de affaires rond de Groningse studentenvereniging Vindicat. Eerder stelden justitie en politie zich afzijdig te houden in de zaak omdat het een interne aangelegenheid zou zijn voor het corps. Een woordvoerder wil verder niet meer kwijt over de kwestie, stelt RTV Noord.

moet dan ook worden gezien als een 'studentengrap'. Maar deze vrijbrief tot vernederen, verkrachten en vermoorden in niet genoeg voor de Haagse elite. Uit NRC Handelsblad, eind augustus:

De ‘mores en tradities’ die de leden van studentenverenigingen al generaties lang aan elkaar doorgeven komen op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Die gewoonten en tradities zijn bijvoorbeeld: het verenigen van studenten van verschillende opleidingen in officiële verenigingen, het met regelmaat borrelen, de mores en de ontgroening en zelfontplooiing van de leden.

Het vernederen en zelfs vermoorden van foeten wordt nu 'zelfontplooiing' genoemd. Goed, de recente Groningse affaire heeft dit mooie plan even op de lange baan geschoven ('Studentenleven na incidenten Vindicat toch niet op lijst Immaterieel Erfgoed' meldt De Volkskrant op 30 september) maar dat is natuurlijk slechts een tijdelijke hickup, want de elite laat zich nimmer de weg versperren.

Terug naar de 'schelpenkarrentocht' en de arme foet Furnee. Joris Demmink was reeds een compleet zieke geest, een levensgevaarlijke zombie, toen hij achter zijn eerste bureau plaatsnam op het Ministerie van Defensie na zijn studententijd. In feite was hij reeds toen medeplichtig aan een moord -die compleet werd verdonkeremaand- samen met de 'vrinden' die hij later in zijn carriere zou benoemen op de sleutelposities van juridisch Nederland. De criminele carriere die hem decennia later beroemd en berucht zou maken en zou doen belanden op de hoogste troon van juridisch Nederland moest toen nog beginnen.