Anunnaki, onze Goden – deel 234 – Blijven draaien, omdraaien en verdraaien...

Dit is een reeks artikelen waarin Evert Jan Poorterman ons meeneemt op een fascinerende ontdekkingsreis.

Over de komst van een ster en vooral zijn bewoners die al sinds 445.000 jaren álles, maar dan ook écht alles op onze planeet bepalen.




De literatuur van de Babyloniërs en de Assyriërs

Ik heb een klein dun boekje van dr. H. A. Brongers, Assyrioloog (noemen zich ook wel Soemeroloog – kenners van het ‘spijkerschrift’ dat te lezen valt op de oude kleitabletten). In Nederland worden behoorlijk wat Assyriologen opgeleid, meer dan het wereldgemiddelde... en misschien komt dat wel door de ‘onbewuste aantrekking’ van die volken in het Midden-Oosten en hun talen en culturen en folklore die na mijn speurwerk zeer verweven zijn met de ‘moderne’ Nederlanders omdat een deel van onze voorzaten afkomstig is uit de landen Babel, Akkad en Sumer. Wij zijn de verdwenen Soemeriërs, die ik ook de Sumeru noem (naar eigen inzicht). Sumeru in oertaal Kwando is; SU ME RU>, met de betekenis; ‘verweg/suiden-melden-opkomen’, ofwel van hier uit...

ligt het land Sumer/Soemer ver weg, ergens in het zuiden. We moeten in zuidoostelijke richting reizen om er te komen, maar dat is niet de juiste interpretatie. Die is dat Sumer, laagland van de delta van de rivieren Tigris en Eufraat, vliegvelden kende in de oudheid waar de vliegschepen van de ‘anunnaki’ landen en opstegen. Voor hen was planeet Gaia ‘verweg’ en in het ‘suiden’ gelegen vanuit hun positie in de ruimte. Wij zijn de 7e van de UP/Ub van de oerbasis, van dit zonnestelsel;

‘...een jonge nog vuur brakende ster naderde ons zonnestelsel. Hij veroorzaakte de ‘hemelstrijd’. De ster kwam 4,1 miljard jaren binnenvallen en naar het schijnt was het volk op één der planeten rond die rode dwergster bijna een half miljoen jaren geleden in staat tot interplanetaire ruimtevaart. Zij verkenden ons zonnestelsel en na talloze onbemande vluchten waagden zij de sprong naar 7UP, de zevende van de Up. Up kunnen we ook zien als UB (oerbasis). De zeven van de UP/UB zijn de planeten Pluto, Neptunus, Uranus, Saturnus, Jupiter, Mars en de zevende planeet Ki (de gekiepte). Die planeet was hun doelwit. Ze beschrijven hoe moeilijk het is om daar te geraken. Ze lanceren zich van hun planeet nog vóór de astroïdengordel en moeten laveren en Mars omzeilen om hier te komen. Dat is omdat ze al voor de aankomst in de astroïdengordel, als hun ster veel vaart ontwikkeld door de aantrekking van de Zon, zich met een sprong of worp lanceren en gebruik maken van de stromingen en snelheid om hier te komen. Ze moeten langs de gevaarlijke planeet Saturnus en om de reus Jupiter heen, door de astroïdengordel voorbij Mars en dan... ademen allen opgelucht als Ki in zicht komt! Mars is hun rode baken in de ruimte; daarachter ligt hun doel. Planeet Ki. Het is en blijft telkens weer een gevaarlijke missie. Ze halen opgelucht adem als ze veilig op de luchthaven op Ki aankomen.

xxx


xxx

Modules aan elkaar gekoppeld tot één basiskamp. Toekomst voor op Mars. Kamp Eridu dreef op pontons in de moerassen van de delta van de Eufraat en de modules waren aaneen gekoppeld. Basiskamp ‘eretz’, ofwel ‘eerste basiskamp’. Kamp1 of ‘eerst’ en eerste, werd eretz, erte, erta, erde en earth... en de naam van dat ‘eerste’ kamp was Eridu (‘huis gerealiseerd na vertrek’ – van thuis en ook ‘thuis nadat we bij moeder de vrouw zijn weg gegaan’...). Eridu had comfort en deed aan thuis denken. Het was er als thuis...

xxx

Toekomstige militaire bases op de Maan... 

Sumer de bakermat van de beschaving...

Planeet Gaia was dus het ver gelegen doel; de zevende van de UP/UB. In die zin is SU ME RU> te vertalen als; ‘verweg in het suiden melden de astronauten zich; daar landen ze en daar stijgen ze op. Het land Sumer/Soemer is dus het eerste gebied op deze planeet dat werd aangedaan door binnenkomende astronauten. Daar zouden ze aan land gaan. Ze plonsden met hun modules in de Indische Oceaan, schrijft Zecharia Sitchin en... gaan als pontons, voorzien van aandrijving, de Golf van Oman in, de Straat van Hormuz door naar de Perzische Golf naar de mondingen van de Tigris (Nahr Dulah) en de Eufraat (Al Furat). Ze kiezen voor de natte zompige delta van deze rivieren omdat het amfibieën zijn, waterreptielen en het drabbige rietland is hun habitat.

Daar bouwen ze van de modules/pontons hun eerste kamp, hun basiskamp Eridu. Maar ik dwaal af... Wat zegt doctorandus H. A. Brongers?! In ‘Mythen en Epen’ schrijft hij dat er een tijd was dat ‘hemel en aarde nog verbonden waren. Voordat ze gescheiden werden... bestonden er reeds enkele goden’... Dat is een heel juiste constatering van de man, want de ‘aarde’ (liever Gaia of Terra) komt voort uit de planeet Tiamat en die draaide haar baan om de Zon, in een positie die nu de Hemel is. Tiamat verbleef in die baan tot aan de botsing met die jonge binnenkomende ster. Dat wist Brongers niet, maar hij was wel op de hoogte van een soort van ‘hemelstrijd’. Zoals eigenlijk alle Assyriologen. Alleen hebben ze nooit geleerd die informatie in de juiste verhoudingen te zien.

Oude inzichten werden doorbroken door een amateur

Namelijk dat de ‘Hemelstrijd’ de beschrijving is van het ontstaan van ons zonnestelsel en de geboorte van de planeten! Hoewel der al anderhalve eeuw wordt geschreven over het ‘scheppings-epos’ afkomstig uit Babylon en uit Sumer, heeft geen enkele geleerde de ‘hemelstrijd’ gezien zoals Zecharia Sitchin dat deed. Men zag de strijd als een godenstrijd om de macht in de hemel en als... fantasie van de mens. Sitchin was de eerste die de ‘goden’ zag als wezens van vlees en bloed en daarboven, in een andere setting, als de Zon en de planeten van het jonge zonnestelsel, dat ruw verstoord werd door een binnenkomende ster. Dat is de ‘hemelstrijd tussen Marduk en Tiamat/Lucifer’. Ik heb hier oude vertalingen van die ‘hemelstrijd’ die we ook vinden in het...

Enuma Elish (enoema elisj) en in het Gilgamesh-epos. Het ontstaan van ons zonnestelsel. De geleerden deden hun best inzicht te verschaffen maar bleven door hun christelijke denkhoofden steken bij een ideologie en fantasie. Sitchin doorbrak dat denken door klip en klaar te stellen dat ons stelsel, toen het lang geleden gevormd werd, bezoek kreeg van buitenaf (Marduk dus die we ook kunnen zien als Gud en Jezus) in de vorm van een jonge nog vuur brakende ster. Die veroorzaakte de ‘hemelstrijd’. Nu gaan we over tot de gemeenschappelijke uitkomst van de Assyrioloog Hugo Winckler, de amateur Zecharia Sitchin en de amateur Evert Jan Poorterman, die meent een woordje te kunnen meepraten omdat hij toevallig in april 1999 (nee geen 1 april!) zijn taalontdekking deed!

xxx

‘Im bekenden Kreis... wohin geth der Reis?’... Hugo Winckler stond bekend om zijn grote reizen; allen wisten dat in zijn omgeving. Had geen rust in de kont... moest weer op pad. Had geen zitvlees en was zeer actief in zijn korte leven! 


De Babylonische Wereldschepping

Marduk tegen Tiamat en God tegen Lucifer. Dat is de strekking van de Hemelstrijd. De Babylonische Wereldschepping is een uitgave van Hilhof-Hattem, 1983, vertaal door A. Bredenhoff uit het Duits. Hugo Winckler (4 juli 1863-19 april 1919) bestudeerde de oude Babylonische teksten over de ‘hemelstrijd’ der goden en noemde zijn boekje; ‘De Mythologie der Babyloniërs’. Ik geef een deel van zijn boekje weer en wel dat wat betrekking heeft op het ontstaan van ons zonnestelsel. De komst van de tweede ster Gud of Ra of Anu of Jezus en zijn strijd met de leidende planeet Tiamat. Ik schrijf gelijk met hem op (meestal tussen haakjes samengevat) en wat ik cursief schrijf komt rechtstreeks van de Babylonische kleitabletten, door Hugo Winckler vertaald neem ik aan!

‘-Uit de eerste drie wezens (Absu, Mummu en Tiamat) ontstaan twee verdere ‘generaties’ (planeten); Lache en Lachos (volgens Sitchin Lahmu en Lahamu = Mars en Venus) en Kissar en Assar (volgens Sitchin Kishar en Anshar = Jupiter en Saturnus). Ook te zien als de drie rijken van de onderwereld; het ‘waterrijk’, het ‘aarderijk’ en het ‘luchtrijk’. Dan zijn Apsu, Mummu en Tiamat vertegenwoordigers van het (waterrijk), dan Kishor en Anshor van het (aarderijk) en Luchmu en Lachamu van het (luchtrijk)-‘.

‘-Dan verschijnt een derde (vierde) paar planeten; Anu, Illil (Enlil) en Aos (Ea/Enki). De Zon (Apsu/Abzu) en Tiamat doen Mummu (moemoe/MU MU = Mercurius) ontstaan en uit hun krachtenwereld werden vervolgens Mars en Venus geboren (Lahmu/Lache en Lahamu/Lachos) en dan de grote gasplaneten Jupiter en Saturnus (Anshar en Kishar) en dan komen de volgende planeten tevoorschijn-‘...

‘Kom, naar Tiamat zullen we gaan.
Ze gingen, voor Tiamat bleven ze staan.
Ze beraadslaagden betreffende de goden, hun kinderen.
Apsu begon en sprak, tot de reine heilige Tiamat sprak hij:
“het kwelt mij, hun houding tegen mij,
overdag heb ik geen rust, ‘s nachts kan ik niet slapen.
Ik wil ze vernietigen, wil ze in stukken laten springen,
Weeklagen zal er door ontstaan, opdat wij rust hebben”.


Dit is overleg tussen de Zon (Apsu/Abzu), de planeten Tiamat en Mercurius (moemoe/MU MU)... over het baldadige gedrag van hun ‘kinderen’ Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus (en een vijfde?!). Ze maken een plan om hun kinderen tot de orde te roepen. Ze stellen zich te weer... en dat komt omdat van buitenaf, een indringer opdoemt. De komst van de naderende indringer zorgt voor onrust onder de goden, die al puberend het gezag van hun ouders willen ondermijnen. De indringers kracht is voelbaar en zij spinnen op zijn steun tegen het ouderlijk gezag. Het maakt hen overmoedig! Tiamat gaat in op de plannen van Apsu/Abzu (Zon) en Mummu geeft verstandige raad, hoe men beginnen kan de tweedracht tussen... de goden van de hogere wereld te zaaien. Ea (Neptunus) overlegt met Anu (Uranus);

“... goden, onze verwekkers hebben zich bewapend,
aan de zijde van Tiamat trekken ze ten strijde,
Heren, smeden plannen en rusten niet overdag en ‘s nachts,
staan op ten strijde, razen vol strijdbegeerte,
scharen bijeen, rusten zich toe voor de strijd”.


De goden van de hogere wereld (de planeten die nà Tiamat en Mummu komen) dulden het gezag van Tiamat niet meer. Tiamat draait haar baan om de Zon op de positie waar nu de astroïdengordel is. Dus zijn de ‘goden van de lagere wereld’ de binnenplaneten (Mercurius, Venus en Mars) en de ‘goden van de hogere wereld’ de buitenplaneten (Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus). Zij bestrijden de suprematie van de leidende planeet Tiamat, die centraal regeert en alles, links en rechts, binnen en buiten, in de gaten houdt. Daarom zijn ze zo blij met een extreme maar in invloed groeiende kracht die van buiten komt en kennelijk naar binnen wil; die van ver komt en nieuw is, de ‘nieuwgekomene’! Een jonge nog vuur brakende ster. Meer de volgende keer...

Evert Jan Poorterman 

Delen tekst zijn overgenomen uit de Statenvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap Haarlem - 1987 (350 jaren Statenvertaling 1637-1987). Ik dank Carolus Verhulst; oprichter van Uitgeverij Mirananda te Wassenaar, voor het uitgeven van Sitchin's boek en voor zijn bijdrage als vertaler van de tekst, mijn ouders, mijn gidsen en onderzoekers en schrijvers als Immanuel Velikovsky, Erich von Däniken, Robert Charroux, Zecharia Sitchin, Alan Alford, Ernst Gideon, Iman Wilkes, de schrijvers danwel samenstellers van het Oera Linda Boek en tal van andere pioniers zoals Jan van Gorp (Iohannes Goropius Becanus, geboren te Hilvarenbeek, 1518-1572), Simon Stevin van Bruggen (Brugge, 1548-1620), Berend Willem Hietbrink (Maastricht 1943-...), Hylke Welling (1933 - ...), Michel de Nostradame (St. Rémy, 1503-1566), Pieter van der Meer en Alex Onbekend en Ansi mijn mentor en taalmeester en anderen die mij inspireerden...

Voor vragen en/of suggesties kun je Evert Jan rechtstreeks mailen op evertjan(apestaart)niburu.co

EVERT JAN POORTERMAN/NIBURU.CO

Bezoek ook eens gezondheidswebwinkel Orjana.nl