Afgelopen zaterdag explodeerden er twee autobommen in de Turkse stad Reyhanli.
Net als bij de aanslagen van 9/11 in New York en 7/7 in Londen werkten de camera’s ineens niet meer.
Een explosie in een stad gelegen op de grens met Syrië, waarbij tenminste 46 mensen omkwamen en 155 gewond raakten. Op dit moment is er nog niemand die de verantwoordelijkheid voor deze aanslag heeft opgeëist.
Direct na de bomexplosies zetten Turkse regeringsfunctionarissen druk op Washington om in te grijpen en te zorgen dat er snel een einde komt aan het bewind van Bashar al-Assad. Degene die het luidst schreeuwt om actie is de Turkse premier Erdogan. Zo eist hij onmiddellijk ingrijpen van Amerika/NAVO omdat, zo zei hij cynisch, “de rode lijn” voor het gebruik van chemische wapens al ruimschoots is overschreden door Assad".
Dit is in directe tegenstelling tot wat waarnemers van de VN hebben geconstateerd. Hieruit bleek, dat als er al chemische wapens zijn gebruikt, dit gedaan is door de rebellen. Verder dat er geen bewijs is dat de Syrische regering chemische wapens heeft gebruikt.
Voor de Turkse regering echter bestaat er geen enkele twijfel en is Assad de hoofdschuldige aan de bomexplosies in Reyhanli. Volgens een andere Turkse minister, Muammer Guler, was het duidelijk dat de bommen afkomstig waren van elementen die “nauw verbonden zijn met pro Assad groeperingen in Syrië”. En de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Ahmet Davutoglu, “Het is tijd voor de internationale gemeenschap om gezamenlijk op te treden tegen dit regiem”.
De Syrische Minister van Informatie, Omran al-Zoubi, reageerde als volgt, “We hebben dit niet gedaan en wij zullen zoiets nooit doen omdat het volledig in strijd is met onze normen en waarden”.
Verder had hij zware kritiek op Turkije omdat dit land wapens en doorgang heeft verleend aan terroristische groeperingen. Verder zei hij dat de Turken een cruciale rol hebben gespeeld in de Amerikaanse “proxy” oorlog door hun bases en logistieke ondersteuning ter beschikking te stellen. Hij besloot te zeggen dat Erdogan niets meer is dan een moordenaar en een slager en dat hij er het beste aan doet heel snel af te treden.
Ook de Turkse bevolking keert zich tegen Erdogan. De bevolking waarvan 68 procent tegen een oorlog met Syrië is, heeft ook in de gaten dat Turkije en Amerika bezig zijn de boel op te stoken. Hoe meer vooral de werkende klasse in Turkije zich tegen hem keert, des te agressiever trekt Erdogan van leer om toch maar vooral heel snel Syrië binnen te vallen.
Na een al meer dan twee jaar durende burgeroorlog, aangewakkerd door Amerika en haar bondgenoten, lijkt het erop dat de crisis nu op een hoogtepunt is gekomen. De reactie van de Amerikaanse leiders op deze crisis, is dreigen met nog meer geweld, waardoor de kans op een alles verwoestende regionale oorlog met de dag groter wordt.
Eén van de belangrijkste politieke adviseurs van President Obama is professor Anne-Marie Slaughter van de Princeton universiteit. Zij is een groot voorstander van “humanitaire interventie” in Syrië en schreef onlangs dat “de geloofwaardigheid van Amerika op het spel staat”.
De elite in Amerika zouden het dan ook als een geweldige “afgang” beschouwen in het kader van hun geostrategische werelddominantie, als ze er niet in zouden slagen om Assad pootje te lichten.
Het is duidelijk dat Turkije het land is wat de vlam in de pan moet zien te krijgen. Ze doen hun best, zoveel blijkt ook uit de uitspraken van hun leiders. En dus mag je je serieus afvragen wie die bommen heeft geplaatst in Reyhanli.
Zeker omdat de Turkse overheid eerst meedeelde dat de betreffende auto’s niet op de beveiligingscamera’s te zien waren geweest omdat ze zich in een “dode hoek” bevonden. Toen later bleek dat dit niet mogelijk was omdat er meerdere camera’s hingen, werd de verklaring bijgesteld naar, “De camera’s werkten niet”.
Wat een “toeval”. Ditzelfde “toeval” deed zich ook voor bij 9/11, 7/7, de moord op Diana en vul zo de lange lijst maar aan.... Niet erg betrouwbaar dus, die camera’s. Gek dat ze ze toch op steeds meer lokaties blijven plaatsen.
Bron:
Global Research