rsz grafsteen languedox Het derde perkament bleek een testament te zijn uit 1644 van François-Pierre d’Hautpoul, erfgenaam van een andere adellijke familie.

Volgens het testament was deze familie de bewaarster van een groot en zeer belangrijk geheim.




Het volgende artikel is een bijdrage van Yvonne Besse.

Het geheim van de Languedoc.

Verloren in tijd.

Lieve lezers en lezeressen,

In mijn vorige column schreef ik dat Saunière veel geld ontving na zijn vondst van de vier perkamenten. Ik denk niet dat hij de katholieke kerk of rijke families heeft gechanteerd met de informatie die in de cryptische omschrijvingen stonden. De hogere machten die in die gelederen aanwezig zijn zouden dit niet toestaan en hem denk ik uitschakelen. In plaats daarvan werd hij beschermd en verkeerde hij in de hogere kringen tot zelfs binnen de adel en ontving van alle kanten geld. In mijn beleving werd hij dus aangemoedigd om iets belangrijks te doen.

Twee perkamenten bevatten de stambomen van bekende adellijke families, die teruggaan tot in de tijd van de Merovingische dynastie. Dit zijn degene die geld doneren en hoge interesse hebben. Het derde perkament bleek een testament te zijn uit 1644 van François-Pierre d’Hautpoul, erfgenaam van een andere adellijke familie. Volgens het testament was deze familie de bewaarster van een groot en zeer belangrijk geheim. Het is opmerkelijk dat hier over een bewaarster wordt gesproken. Gaat het hier om een speciale vrouwenbloedlijn?

Het vierde perkament bevat de verborgen teksten en geeft ons een hint.

‘Deze schat behoort aan Koning Dagobert II en aan Sion en hij is daar dood’.

‘Herderin, geen verzoeking. Dat Poussin de sleutel houden. Door het kruis en dit paard van god, voltooi of vernietig ik deze demon van de bewaker op het midden van de dag. Blauwe appels’.

Onder deze twee teksten staat het woord ‘Redis’ een oude benaming voor Rennes-le-Château en een zin ‘solis sacerdotibus’ wat betekend ‘alleen voor ingewijden’. Dat de adel als vliegen op de stroop afkwamen is nu wel duidelijk. Het gaat om een schat én om een belangrijk geheim en de hint ‘aan Sion’ geeft aan dat het om de tempel van Salomo gaat die op de tempelberg te Sion stond. Ik denk dat de fantasie van de geldschieters van Saunière op hol sloegen bij het idee dat in het gebied van Rennes-le-Château een deel van de tempelschat verborgen zou liggen. Er was sprake van de gouden menora’s, de ark van het verbond en de heilige graal. Belangrijke relikwieën, die een bepaalde magische kracht zou bezitten. Dus kosten nog moeite werden bespaard en Saunière die tenslotte was opgegroeid in het gebied en de bergen op zijn duimpje kenden, was de aangewezen persoon om de klus te klaren.

Saunière ging aan de gang en één van zijn acties was het opgraven van de graven op het kleine kerkhof. Het is dus duidelijk dat hij wat zocht. Het graf van Marie de Nègre d’Ables dame d’Hautpoul de Blanchefort valt op. Ze was op 17 januari 1781 gestorven en blijkbaar familie van François-Pierre d’Hautpoul die in het derde perkament wordt genoemd. Is zij de bewaarster van een groot en belangrijk geheim? De staande steen op haar graf viel op door een groot aantal spelfouten en onregelmatigheden. Deze slordigheden waren niet te wijten aan de onvakkundigheid van de steenhouwer, maar bleken bewust te zijn aangebracht. Als alle onregelmatige letters achter elkaar worden geplaatst, worden twee woorden gevormd, ‘mort epee’, wat ‘dood zwaard’ betekend. Het is duidelijk dat hier niet de schat mee wordt bedoeld. Er lopen nu dus twee speurtochten door het verhaal. De cryptische teksten staan dus op zichzelf. Is de staande steen van Marie al curieus, de deksteen is mogelijk nog vreemder. De tekst staat in Griekse letters geschreven maar vormt een Latijnse zin; Et in arcadia ego! Waar hebben we dat meer gezien? O ja, het schilderij van Poussin. Maar deze zin is in twee helften gedeeld. De eerste helft luidt: et in arc. Dit zou volgens sommige kunnen verwijzen naar Arques, want het landschap van Arques komt sterk overeen met het landschap op het schilderij van Poussin. Poussin heeft dit landschap dus speciaal uitgekozen als decor voor zijn schilderij en daar had hij een speciale reden voor. Was hij één van de ingewijden? Was het zijn taak om het geheim door te geven aan een speciale groep net als de vreemde tekst op de grafsteen van Marie?



De tekst op de grafsteen moet wel heel belangrijk voor Saunière geweest zijn, want hij beitelt de complete tekst eraf. Hij hoopte hiermee de aanwijzing voor het geheim van de bewaarster te hebben vernietigd, maar blijkbaar was er al iemand hem voor geweest. De tekst was al eerder gepubliceerd in het tijdschrift van een archeologische vereniging. Voor degene die onderzoek willen doen, hier de volledige naam. Bulletin de la société d’études scientifiques de L’Aude. Saunière keert het geloof de rug toe en houd vreemde preken buiten de kerk voor zijn parochianen en geeft bakken met geld uit aan de meest idioten dingen. Door de replica van het schilderij van Poussin dat hij in Parijs had gekocht en de grafsteen van Marie te bestuderen, had hij het pad gevonden dat naar het geheim leidt en hem zijn geloof koste. Een vreselijk geheim dat door een demon bewaakt werd. Saunière zette een demon bij de ingang van zijn kerk om de bezoeker te verwelkomen. Door zijn vreemde gedrag kwamen de oude verhalen bovendrijven. Al eeuwen werden in het gebied van Rennes-le-Château mensen vermist. Het was algemeen bekend om niet in het donker in het gebied rond te lopen, want de nacht was van het monster dat opzoek was naar stervelingen. Zijn zetel stond boven op de berg bij Rennes-le-Bains. De duivelszetel. Inderdaad, tijdens mijn bezoek aan het gebied wou ik die zogenaamde zetel wel eens zelf zien. Ja, er staat inderdaad een vreemd uitziende steen in de vorm van een zetel. Vreemde inscripties versieren de zetel en er loopt een stroompje langs waarvan het water bruin gekleurd is. Er hangt een sfeertje. Had Saunière dan toch iets demonisch gevonden?

Wordt vervolgd.

Yvonne Besse