rsz phone zombiesSociale media worden beschreven als een grote verbindende kracht, en het kan iets geweldigs zijn. 

Maar als we niet langer de mensen om ons heen zien, ten gunste van de massale online draaikolk, dan kan ik het niet zien als iets geweldigs.


Het volgende artikel is een bijdrage van Erick van Dijk.

Normaal is er aan het eind van een door Erick geschreven artikel een door hem in het Nederlands ondertitelde video. Vandaag niet en dat heeft een reden.

Hij schrijft:

Ik meende echter dat, als ik de video zou ondertitelen, er te veel van de tekst verloren zou gaan, of anders zou het een snelleeswedstrijd zijn geworden voor de kijker.
 
Daarom heb ik besloten om de tekst mooi te vertalen en aan te bieden als artikel. Een artikel dat tevens een mooie aanvulling is op dit eerdere artikel.

Dus bij deze het artikel van Erick:

Goedemiddag allemaal, fijn om u hier te zien, en ik ben blij hier te zijn.

Ik zal beginnen met een persoonlijke anekdote. Waargebeurd, zo’n vier weken geleden. 

Het was vroeg in de avond, ik stond in een overvolle bus in Londen en keek naar een jonge man en jonge vrouw. Ze zaten naast elkaar, allebei starend naar hun telefoon. Dat is natuurlijk niets vreemds. Ze waren allebei aantrekkelijk, goed gekleed, zakelijk, ongeveer dezelfde leeftijd. 

Ik boog me een beetje om opzettelijk hun privacy te schenden door te kijken wat ze op hun telefoon deden. Ze zaten allebei op dating sites, bladerend door profielen van mannen en vrouwen die er allemaal bijna hetzelfde uitzagen als zijzelf. De bus kwam aan bij Picadilly Circus en toevallig stapten ze daar allebei uit. Ik keek toe terwijl ze van elkaar wegliepen, allebei een andere kant op. 

Ik hoef verder niet uit te leggen wat ik zag bij dit koppel dat nooit zou zijn. Ze zaten naast elkaar, allebei op zoek naar gezelschap of liefde, maar ze registreerden niet eens elkaars bestaan. 

Sociale media worden beschreven als een grote verbindende kracht, en het kan iets geweldigs zijn. Maar als we niet langer de mensen om ons heen zien, ten gunste van de massale online draaikolk, dan kan ik het niet zien als iets geweldigs. 

Of het nu gaat om het paar in de bus, tieners, alleen in hun slaapkamer, uren gevangen in nietszeggende of gevaarlijke rotzooi, ouders, scrollend op hun telefoon terwijl hun baby tevergeefs probeert hun aandacht te trekken, of kleuters in de opvang die Siri krijgen als gezelschap. Al deze nieuwe gewoonten voorspellen weinig goeds voor onze gezamenlijke spirituele bloei. 

Het uiteenvallen van de gemeenschap van volwassenen en de eenzaamheid van onze ouderen is al erg genoeg. Maar de digitale vernietiging van de kindertijd is een crisis die we onder ogen moeten zien, willen we een bondgenootschap hebben van enigszins functionerende mensen, laat staan verantwoordelijke. 

Ik raakte voor het eerst geïnteresseerd in het onderwerp schermen en kinderen toen ik een paar jaar geleden werd gevraagd voor het liefdadigheidsproject School Home Support. Ik bezocht scholen over het hele land en te vaak zag ik kinderen die in de klas afgeleid en op het schoolplein stil waren. Tijdens de les werd hun aandacht getrokken door schermen en weg van elkaar tijdens de pauzes. 

Ik zag ook hoe kinderen over het algemeen veranderden in een andere soort. De luidruchtige uitbundigheid van de jeugd werd vervangen door een angstige, prikkelbare geslotenheid, wat verontrustend was om te zien. 

Vanuit persoonlijk perspectief, als ik die apparaten had gehad, binnen en buiten het klaslokaal, dan was mijn academische loopbaan er nooit geweest. Ik zou constant afgeleid zijn, verrukt door alle rommel die er op internet beschikbaar is, ik zou niet één boek hebben gelezen, God weet wat ik allemaal zou hebben gedaan met die dingen. Onze oude huistelefoon was al erg genoeg. 

Terugkijkend ben ik blij met de analoge opleiding die ik kreeg, en de zeer menselijke band die ik had met mijn leraren. Het was één van de grootste geschenken uit mijn leven. Dat wens ik voor alle kinderen, om in staat te zijn zich te concentreren om kennis te vergaren zodat ze hun maximale potentieel kunnen waarmaken. 

Dat zou het doel van iedere maatschappij moeten zijn. Maar uit bewijs blijkt dat we dit ernstig op het spel aan het zetten zijn. We hebben de deuren van onze klaslokalen en van de slaapkamers van onze kinderen wijd open gezet voor de wereld. Misschien dachten we dat we daarmee kinderen het recht gaven om toegang te hebben tot al het goede dat er is. Maar in plaats daarvan hebben we iedereen, de goeden en de slechten, toegang gegeven tot onze kinderen. 

Laten we eens kijken naar wat feiten en cijfers. Zoals geïllustreerd in het boek van Jonathan Haidts, The Anxious Generation, veroorzaakt het grote herbedraden van de kindertijd een plaag van psychische stoornissen bij onze kinderen. In de tien jaar voor 2020 nam het aantal zelfdodingen onder tieners toe met 167% bij meisjes en 91% bij jongens. In tien jaar is het aantal ziekenhuisopnamen voor eetstoornissen in het Verenigd Koninkrijk verzesvoudigd. De besmettelijke invloed van sociale media wordt genoemd als belangrijke factor. In 2022 was er onder tieners een toename van 500% in het aantal gevallen van zelfverminking, vergeleken met negen jaar eerder. 

In een Britse studie van vorig jaar ontdekten onderzoekers dat één op drie kinderen nu bijziend is. De voorspelling is dat in 2050 ongeveer een miljard kinderen wereldwijd zullen lijden aan bijziendheid. Te veel schermtijd is de boosdoener. Het blauwe licht schaadt de ontwikkelende ogen, om nog maar te zwijgen van de verstoring van hormonen en hun slaapritme. 

Bijziendheid kan worden voorkomen door buiten te zijn. Maar door de schermen zitten de kinderen binnen, meer dan welke eerdere generatie ook. Onlangs berichtte de toezichthouder voor technologie, Ofcom, dat een kwart van Britse kinderen onder zeven jaar een smartphone heeft. Onder 12-jarigen is dit gestegen naar 97%. Deze massale overgave aan de telefoon is aan het resulteren in een verloren en diep beschadigde kindertijd, waar schermverslaving het wint van bijna elke gezonde activiteit. 

Zoals Douglas Gentile het stelt: “tijd die wordt doorgebracht op een scherm is tijd die niet met iets anders wordt doorgebracht.” In een gezonde kindertijd zou je veel leuke dingen doen die niets kosten, tekenen, rondrennen, lezen, verhalen bedenken, rollenspel, een balletje trappen, of zelfs gewoon maar uit het raam staren en nadenken. Het zijn bijna zwart-wit beelden, want je ziet het nog maar nauwelijks. 

Experts in veiliger schermgebruik gaven onlangs het advies dat kinderen tussen 11 en 17 niet meer dan één tot twee uur een scherm zouden moeten gebruiken. En dat houdt alles in, IPads, een laptop op school, telefoon. Voor de hersenen is het allemaal schermtijd. Toch gebruiken kinderen tussen 8 en 18 per dag gemiddeld 7½ uur een scherm, buiten schooluren. 

Overal waar je kijkt is het duidelijk te zien. Het aantal kleuters dat rustig wordt gehouden met een scherm in het openbaar vervoer is tragisch. Ze zouden net zo blij zijn om te kijken naar de vreemden om hen heen, een hond op straat of het openen en sluiten van de deuren. Deze onbedachtzame overstap van analoog naar digitaal zorgt voor een sterk verminderd vermogen van spraak, cognitieve ontwikkeling en het reguleren van de emoties. 

Hoe moeten kinderen die constant maar kunstmatig worden gestimuleerd ooit leren nadenken, creatief zijn, of gewoon stil? Het korte antwoord is dat ze dat niet zullen leren. Overmatig gebruik van technologie op basis van een scherm schaadt de ontwikkelende hersenen op een te seismische schaal om op dit moment volledig te kunnen begrijpen. 

Op het gebied van de smartphone wordt een steeds krachtiger strijd gevoerd, vooral te danken aan Jean Twenge en Jonathan Haidt, die hebben vastgesteld dat de schade van camera, verslavende sociale media platforms en doorlopende opwekking van dopamine onweerlegbaar is als het gaat om aantasting van de concentratie, gevoel van eigenwaarde, het vermogen om diep na te denken, om boeken te lezen, om geduldig te zijn, om goed te slapen, voor een gezonde interactie in het echte leven, om rekening te houden met anderen in plaats van alleen jezelf. De lijst is meedogenloos. 

Deze gevaren bevinden zich nog aan de mindere kant van het spectrum. De versterkte bevordering van criminaliteit met messen, de verleiding tot radicalisering en terrorisme en de walgelijke gewelddadige pornografie, deze gruwelen zijn internationaal erkend en toch zijn ze direct toegankelijk op de telefoon van onze kinderen. 

Sommige wetgevers ondernemen actie om toegang tot sociale media te beperken voor kinderen onder 16. Een compliment aan Australië voor het zetten van de eerste stap. Alle beschaafde landen zullen hun voorbeeld volgen omdat het dringend nodig is, en op een manier die kinderen beschermt zonder het hinderen en beperken van de vrijheden van volwassenen. Dat is heel belangrijk. De vrijheden van volwassenen en de veiligheid van kinderen moeten met elkaar gepaard gaan. 

Sommige ouders doen er thuis alles aan om schermtijd te verminderen. Maar dan gaan de kinderen naar school en worden daar blootgesteld aan uren schermtijd, vermomd als educatieve technologie, of ed-tech. Of het nu gaat om IPads en Alexa spraakservice voor kinderen in de opvang, of leersystemen via een apparaat als Power School in het basisonderwijs en Google Classroom in het voortgezet onderwijs, wie heeft bewezen dat deze stortvloed aan schermtijd het beste is voor onze kinderen? Niemand. 

Als we een stap terug doen en de zaak bekijken door de bril van compassie dan is het redelijk begrijpelijk. En laten we even vergeten dat slechts 7% van bedrijven in educatieve technologie in het VK gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken uitvoerde en slechts 12% certificering door een derde partij gebruikte. Laten we die vervelende feitjes even terzijde schuiven. 

Aan het begin leken de producten futuristisch opwindend. Goed bedoelende scholen gaven fortuinen uit om de nieuwste software te kopen en in te voeren en hun leerkrachten te trainen in het gebruik ervan. Sommige instrumenten, zoals No More Marking, zijn voor leerkrachten behulpzaam gebleken. Maar nu hebben we betere gegevens over hoe technologie leerlingen beïnvloedt. Daarom moeten we op pauze drukken, en in vele gevallen terugspoelen. 

Het Karolinska Instituut in Zweden publiceerde onlangs onderzoek dat concludeerde dat er duidelijk wetenschappelijk bewijs is dat dergelijke gereedschappen het leren eerder beperken dan bevorderen. Zweden heeft dit ingezien en was het eerste land dat technologie het klaslokaal uit gooide. Ze brachten boeken, pen en papier terug. Zij hadden de moed om toe te geven dat ed-tech een mislukt experiment was. 

Bill Gates zelf heeft gezegd dat apparaten in het klaslokaal een slechte staat van dienst hebben. Mark Zuckerberg zat op een school zonder technologie. Steve Jobs liet zijn kinderen geen Ipad gebruiken. UNESCO zegt dat matiging het sleutelwoord dient te zijn bij het gebruik van technologie in het klaslokaal. De Organisatie voor Economie en Samenwerking stelde vast dat de meeste educatieve technologie niet de academische voordelen bracht die ooit werden beloofd en dat studenten die op school heel vaak computers gebruiken het meestal een stuk slechter doen wat leerprestaties betreft. 

Wereldwijd kelderen de testscores voor rekenen, lezen en exacte vakken. Zelf sprak ik met vele leerkrachten van Britse scholen die erkenden dat technologie in het klaslokaal de vooruitgang van vele leerlingen heeft gehinderd. De enorme opleving van bijles voor kinderen aan een privéschool wijst erop dat kinderen daar het op school ook niet goed doen. 

Waarom zijn we in Groot Brittannië dan zo enthousiast over ed-tech? Waarom besteden we vaardigheden voor uitvoerende functies uit aan een computer? Waarom staan we toe dat examencommissies tegen 2030 alle vakken online zetten? Alle onderzoek dat naar buiten komt zou eerder moeten zorgen voor een rem dan voor het omarmen dat we zien. 

Nu wordt er gesproken over het toelaten van kunstmatige intelligentie (AI) in het klaslokaal, waar gegevens over de kinderen wordt geoogst om de AI te verbeteren. Waarom? Het feit dat AI binnenkort beter zal presteren dan mensen in veel gebieden betekent dat scholen zich moeten terugtrekken van het neurologische 'junkfood' van digitaal leren, zich bewust van het feit dat het contraproductief is om te leren op een systeem dat onmiddellijk veroudert. Ze zouden hun leerlingen de diep menselijke vaardigheden moeten onderwijzen die AI moeilijker kan vervangen, lezen over en grip krijgen op het mens-zijn, empathie, concentratie, welbespraakte en humoristische discussie en creatieve expressie. 

Specialist in neurologie Christina Koppel legt uit dat de hersenen zijn als een spier die fit blijft door blijvende concentratie en diep denken. Leren online moedigt een verkort traject aan dat het vermogen van de geest schaadt om te concentreren waardoor het slap, behoeftig, wispelturig en makkelijk afgeleid wordt. Het lezen van een boek, in vergelijking met alle toeters en bellen van een tablet, voelt dan als een loden last, als zeer onaantrekkelijk. 

De standaard verdediging, dat het makkelijk is, dat je met de tijd mee moet gaan, brokkelt af naarmate vooruitgang achteruitgang blijkt te zijn. Daarnaast is digitale vaardigheid een heel ander fenomeen dan digitale afhankelijkheid en atrofie. Die kennis kan worden onderwezen tijdens lessen in IT zonder elk ander vak te besmetten. 

Er moeten makkelijke vragen worden gesteld als waarom knippen van informatie van Google en dat plakken in een powerpoint-presentatie beter dan het lezen van een passage in een goed onderzocht leerboek en het schrijven met de hand van een reactie? Waarom is het noteren van huiswerk in Microsoft Teams beter dan het op te schrijven in een papieren agenda? Waarom is het digitaal transporteren van een kind naar de piramides van Egypte beter dan dat het zich er een voorstelling in de verbeelding van maakt? 

Dit soort oppervlakkige betovering werkt niet als onderwijsmiddel. Het doet het voorstellingsvermogen teniet waardoor de leerling passief leert in plaats van actief. Ouders zoals ik stellen die vragen maar we krijgen geen antwoord. Zoals opvoedkundig psycholoog dr. Jared zei, “de vraag is niet wat de beste manier is om arseen in te nemen maar of het überhaupt wel zo verstandig is om arseen in te nemen?” 

Er is zelfs geen overeenstemming of “slimme” schoolborden wel veilig zijn. Ze zijn belachelijk fel, geven straling af en zijn niet zo effectief als een leerkracht die op een gewoon schoolbord schrijft wat op dat moment wordt behandeld. Toch lijken we een wereld binnen te gaan waar schermen de plaats van boeken innemen. Bedrijven in educatieve technologie blijven onophoudelijk hun producten verkopen aan scholen, en met groot succes. Deze bedrijfstak is inmiddels honderden miljarden waard. 

Leraren moeten zich onderwerpen aan dit nieuwe normaal, en, zoals gezegd, examenraden in Groot Brittannië dreigen alle vakken verplaatsen naar internet, wat in één klap de hand dwingt van de gehele beroepsgroep. 

Waar komt dit allemaal vandaan? Als, net als bij sociale media, educatieve technologie feitelijk niet het beste is voor de kinderen maar voor degenen die de producten maken, moeten we dan geen stap terug doen in plaats van vooruit te stormen? Emily Churkin, voormalig leerkracht en nu adviseur op het gebied van schermtijd, noemt ed-tech “Big Tech in een schooluniform.” 

Ondanks dit alles heeft de Britse regering zich gewijd aan de versnelde uitrol van experimenten met kunstmatige intelligentie, wat in zou kunnen houden dat in de toekomst kinderen zullen leren via een scherm, aangestuurd door AI. Surveillance zal toenemen om de vooruitgang van leerlingen bij te houden. Klaslokalen zullen volhangen met camera’s en afluisterapparatuur. Apparaten voor stemherkenning en chatbot-onderwijzers worden nu al in klaslokalen uitgeprobeerd. Waarom? Kinderen die hun ogen hebben gericht op een leerkracht voor de klas doen het beter dan kinderen die leren via een scherm. 

Waarom wordt het verwijderen van mensen uit de leerervaring zo bejubelt? Waarom wordt het onszelf overbodig maken gezien als vooruitgang? Er moet wel een verborgen voordeel zitten achter deze plannen, want al die miljarden zouden besteed moeten worden aan onderwijzers. Meer van hen, meer opleiding, meer werving, meer steun, meer aandacht. 

Daarnaast heeft deze uitrol gevolgen die ver strekken voorbij leren en het welzijn van kinderen. Het bedreigt privacy, vrijheid en democratie. Misschien ligt daar het voordeel? Ik wijs het allemaal af. Ik wijs het af om de eerder genoemde redenen en vanuit het standpunt van leren. 

Het is in klinische tests aangetoond dat tekst veel beter wordt opgenomen van een pagina uit een boek dan vanaf een scherm. En schrijven met de hand zorgt voor een veel effectievere opname van informatie in de hersenen dan knippen, plakken, slepen en typen. 

Het lezen van een boek en schrijven met de hand is een diepere en kalmere manier van leren. Schermen werken zowel oppeppend als verdovend, terwijl boeken ontspannen en je meenemen. Lezen en schrijven is ook moeilijker, maar op een goede manier. Wrijving en moeite moeten doen zijn broodnodige onderdelen van het leerproces. Als je alles te makkelijk maakt is het als puree voeren aan iemand van 10 terwijl ze zouden moeten kauwen. 

Het is bemoedigend om te zien dat sommigen uit het onderwijs weerstand bieden. David James, onderdirecteur van een leidende onafhankelijke school, zegt dat “het meest krachtige leerinstrument in het klaslokaal een geweldige leerkracht is en dat de meest effectieve manier om de vooruitgang van kinderen te garanderen is om ze goed te leren lezen en schrijven. Een scherm kan een afleiding zijn, een struikelblok bij het leren, op een manier die je niet hebt bij boeken, pen en papier.” 

Zeker de scholen die ik bezocht waar technologie met mate wordt gebruikt, in tegenstelling tot een complete overgave eraan, doen het veel beter wat betreft studieresultaten en welzijn. De Michaela Gemeenschapsschool van Katherine Birbalsingh is één van de beste scholen in Groot Brittannië. De kinderen worden ontmoedigd om apparaten te gebruiken, zowel binnen als buiten school. De lessen worden gegeven door gedreven leerkrachten die de kinderen ondervragen over elk onderwerp. De lessen leven. De school is rustig en georganiseerd, de kinderen zijn blij, gedisciplineerd en hongerig naar kennis. 

Katherine staat bekend als de strengste hoofdonderwijzer van het land, maar als je een bezoek brengt aan de school dan zie je al snel dat zij de meest liefhebbende hoofdonderwijzer is. De kinderen beschikken over elk denkbaar gereedschap voor een geweldig succesvol leven. 

Nog een oase van schermvrij onderwijs vind je bij de Heritage School in Cambridge. Jason en Fiona Fletchers haven voor focus, rust, klassiek intellect, Christelijk erfgoed, de natuur, kunst en pracht is een enorm effectieve leerruimte. En nogmaals, dit zou niet mogelijk zijn in een klaslokaal vol schermen. 

Om deze beweging verder uit te bouwen is zowel een revolutie onder ouders nodig als samenwerking met de overheid. Op de eerste plaats moeten we technologie inzetten als onze dienaar, niet als onze meester. Ons gebruik ervan moet doelbewust, gericht en gematigd zijn. Ten tweede moet er helderheid komen over hoeveel wordt besteed aan technologie vergeleken met wat wordt uitgegeven aan leerkrachten. 

We moeten de aanwezigheid van schermen in het klaslokaal drastisch terugbrengen en smartphones moeten permanent worden verbannen uit de klas, het liefst helemaal uit het leven van kinderen. Ouders zouden de mogelijkheid moeten hebben om niet mee te doen met technologie in het klaslokaal, ten gunste van pen en papier. En we zouden nieuwe generaties kinderen moeten stimuleren om om van boeken te houden, ze te eren en koesteren. 

Tot slot, als we een generatie voort willen brengen van verantwoordelijke burgers dan moeten we het huidige argument omdraaien. In plaats van constant te moeten bewijzen dat schermgebruik de kindertijd ernstig schaadt zouden we simpelweg de vraag moeten stellen waar het bewijs is dat het veilig is? 

Als we deze moedige stappen zetten denk ik dat we de ramp af kunnen wenden, de kindertijd terug kunnen geven aan de kinderen en het pad verlichten naar een hoopvolle toekomst. 

Dank u wel. 

Vertaling: Erick van Dijk